gen, welke door de bruidegom zou worden ondertekend. In aanmerking genomen het grote vermogen van de bruidegom waren deze huwelijks voorwaarden voor Maartje (die gezien haar leeftijd haar man vele jaren kon overleven) zeker niet gunstig te noemen. Het heeft er echter alle schijn van dat de 71-jarige Anthony danig in zijn schik was met de 25- jarige Maartje, reden waarom hij op 1 augustus 1713 zijn testament maak te en Maartje tot zijn universele erfgename benoemde.10 Het geluk zou echter al spoedig ten onder gaan in twist en tweedracht. Minder dan een jaar na de bruiloft, op 6 september 1713, verscheen Anthony op muilen en in slaaprok in de herberg 't Gemak in de Nieuwpoort, waar hij zich beklaagde over Maartje. Zijn vorige vrouw was arbeidzaam geweest, maar Maartje had een dienstmeid genomen en voer de niets uit. Hij leende wat kleren en vertrok via Beverwijk, waar hij schoenen kocht, met de trekschuit naar Amsterdam." Voerman Piet Paulus Plas verklaarde dat hij op 6 september 1713 Anthony Pothoff naar Beverwijk aan de Amsterdamse schuit had gebracht en dat Anthony een grote sluitben, een open ben en een boek bij zich had.12 Op verzoek van Maartje kwam op 2 oktober 1713 de wijnkoper Barend Wijnholt verkla ren, dat hij tot voor enige weken knecht was geweest bij Willem Koops, dat Anthony Pothoff daar regelmatig wijn kwam drinken en zich beklaagd had over zijn vrouw, zeggende dat zij te jong was en dat hij wel van haar af wilde. Er was toen een plan gemaakt, waaraan Wijnholt bereid was mee te werken. Anthony en Maartje gingen een plezierreisje maken en volgens afspraak stapte Wijnholt te Knollendam bij hen in de trekschuit, die hen naarVianen voerde. Daar stapte men over op een wagen, die hen naar de Goudse sluis bracht. De bedoeling was, dat men zou overnachten in een herberg, waar Maartje dronken gevoerd zou worden, waarna Wijnholt bij haar in bed zou gaan liggen, in afwachting van de schout, die Maartje zou betrappen en arresteren. Het pakte echter anders uit. Onderweg zei de voerman, die ongetwijfeld een nobel en wereldwijs man was, tegen Wijnholt: "Wat oude vent is dat (meenende Pothoff) hij is een oude schurck, pas op, jij bent een jonge borst en de vrou is oock jongh. De oude schurck soeckt sijn vrou te bedriegen en tot een hoer te maken". Misschien hierdoor tot inkeer gebracht volvoerde Wijnholt zijn plan niet, waarna er de volgende morgen een ruzie ontstond tussen het drietal en Maartje er maar nauwelijks van weerhouden kon worden om een chaisse te huren en naar huis te rijden.13 Het ging nu hard tegen hard. Er werd een proces aangespannen voor het gerecht van Alkmaar en zelfs een voor het Hof van Holland. Het kwam zo ver dat Anthony zijn intrek nam in een herberg en Maartje voor alle zekerheid de boedel liet inventariseren door notaris Kaspar Seullijn. Het 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1995 | | pagina 10