1694
In de tussentijd is Harmen Aelbertsz. overleden. Zijn weduwe Annetje
Cornelis Relcks verkoopt het pand op 6 september 1694 aan Jacobus
Wicke.Voor de laatste keer wordt de gemeenschappelijke muur met het
pand ten westen van Goverdus Schellingh genoemd. Ten oosten woont
een nieuwe eigenaar Teunis Ouburgs. De koopsom is 600 gulden.15
1705
Als Jacobus Wicke overleden is, komt zijn weduwe Trijntje Jans waar
schijnlijk ten laste van de Gereformeerde Kerk. Op 2 april 1705 heeft zij
de diakenen van deze kerk voor notaris C.v.d. Meer gemachtigd om na
mens haar het pand te verkopen. Zij doen dit op 18 april 1705 en ver
kopen het aan Abram IJsaksz. Gardijn voor 500 gulden.Ten oosten is een
nieuwe eigenaar Jan Harmensz. Haye en ten westen nog steeds G. Schel
lingh.16
Het pand is duidelijk aan waardevermindering onderhevig. Het brengt
nog maar de helft op van de verkoop door Aelbert Cornelisz. in 1614.
Ook de belendende percelen dalen in waarde.
1752
Hoe de familierelatie in elkaar zit is niet geheel duidelijk maar het pand
wordt verkocht door Jan Hogenraet en Lammert Hoving als executeurs
over de boedel van Adolph Elsenbroek. Zij verkopen samen met Abra
ham en Roeland du Gardijn en Hasia Hoogland die gehuwd is met Lijs-
beth du Gardijn. Zij zijn allen erfgenamen van Marijtje du Gardijn huis
vrouw van Adolph Elsenbroek.17
Maartje Elsenbroek, die een dochter is van Elias Adolphsz. Elsenbroek,
koopt het pand voor 550 gulden. Aan beide kanten zijn nieuwe eige
naars n.1. Arie Groet ten oosten en Jan Stroo ten westen.18
1769
Als erfgenaam van zijn moeder en van zijn broer Elias Hoving verkoopt
Lambert Hoving het pand op 16 januari 1769 aan Everhardus van der
Hart. Het pand heeft nu een eigen steeg uitkomende in de Ramen, op
vermoedelijk dezelfde plaats waar de watergang heeft gelegen. Andere
bijzonderheden worden niet meer genoemd. Hendrik Elderkamp is ei
genaar ten westen en Arie Stikkel ten oosten. De koopsom is gedaald
naar 355 gulden.19
Everhardus van der Hart is koopman in wijnen en gehuwd met Antje
Boter.2"
10