voering van het ontwerp met het toezicht werd belast.2 Twee plaquettes
in de doorgang van het poortgebouw vermelden dit feit, en de datum
waarop door de jongste zoon van burgemeester Fontein Verschuir de
eerste steen werd gelegd: 26 juni 1829.
Met de ter aarde bestelling van het meisje Maria Petrolie op 16 septem
ber 1829, "gewoone tijd savons",3 kwam aan het begraven binnen Alk
maar in de Laurenskerk en zijn kerkhof en in de Kapelkerk een einde. In
1781 moest tijdens de diensten in de Laurens nog de deuren worden
opengezet vanwege de ondragelijke stank van lijken in ontbinding.4 Dit
probleem behoorde nu tot het verleden. Het decreet uit 1827 schreef de
aanleg van een begraafplaats op minstens 35 meter buiten de bebouwde
kom voor.5 En hoewel het een zaak van de wereldlijke overheid betrof,
werd de band met het godsdienstige niet geheel doorgesneden: D.O.M.
et MANIBUS CIVIUM, aan God en aan de schimmen (dode zielen)
van de burgers, staat in gouden letters te lezen op het tympaan van
Zochers poortgebouw.
De aanleg van de begraafplaats en zijn omgeving
Voor het gehele oevre van Zocher geldt, dat tekeningen en documenten
uiterst schaars zijn. Bestekken en tekeningen liet hij vermoedelijk zelden
achter bij opdrachtgevers.6 Het mag dan ook een geluk heten dat zijn
schetsontwerp van het architectonisch front van de Alkmaarse begraaf
plaats bewaard bleef. De archivalia uit het Regionaal Archief te Alkmaar,
die voor het onderzoek naar de begraafplaats in aanmerking komen, la
ten nagenoeg niets los.7 De gemeenteraad, die door de Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland werd gesommeerd de begraafplaats aan te
leggen, gaf de zaak in handen van een op 10 oktober 1827 benoemde
'Commissie van Directie over de Nieuwe Begraafplaats te Alkmaar'." De
stukken van de commissie zijn voor zover bekend niet bewaard geble
ven, zodat wij geïnformeerd worden door enkele verspreide berichten.
Voor de begraafplaats werd een terrein gekozen bij een kom aan de rand
van de Alkmaarder Hout, waar negen korte en lange lanen op uitkwa
men. Dit 'sterrenbos'9 stamde uit ca 1745. Deze aanleg bleef gehandhaafd
tot 1850, toen men de Hout veranderde in een landschappelijk aange
legd wandelpark. De informele tuin die Zocher voor de begraafplaats
ontwierp vormde dus aanvankelijk een contrast met het toenmalige,
door rechte lanen doorsneden stadsbos. Er is geen ontwerptekening van
de tuin bekend.10
Zochers tekening
De tekening van Zocher, die bewaard wordt in de Topografische Atlas