I
Jan David Zocher jr en de gebouwen van de
Algemene begraafplaats van Alkmaar
Aan de rand van de Alkmaarder Hout ligt de Algemene begraafplaats van
Alkmaar, die in de jaren 1829-1830 werd aangelegd. Jan David Zocher jr
(1791-1878) ontwierp zowel de aanleg van de tuin van de begraafplaats,
als de bouwwerken aan de Alkmaarse Westerweg. Zocher is in Noord-
Holland vooral ook bekend als de architect van het oude beursgebouw
van Amsterdam (de 'beurs van Zocher'), het Van Speyk-monument te
Egmond aan Zee en de parkachtige aanleg van de bolwerken van Alk
maar en Haarlem. Zijn Alkmaarse begraafplaats bleef niet onveranderd.
De tuin onderging in deze eeuw belangrijke wijzigingen. Het architec
tonisch front werd al halverwege de 19de eeuw verbouwd. Desondanks
is de oorspronkelijke opzet te reconstrueren. Zochers schetsontwerp
voor het poortgebouw, met ter weerszijden lagere vleugels en een
dienstwoning op één van de hoeken, bleef bewaard. Deze situatie komt
in grote lijnen overeen met de situatie op een tekening die omstreeks
1843 gemaakt werd door C.W. Bruinvis.
In dit artikel zal worden ingegaan op de eerste gedaante van de gebou
wen van de begraafplaats volgens het concept van Zocher.
Aan God en aan de schimmen van de burgers
De aanleg van de Algemene begraafplaats is het gevolg van het Konink
lijk Besluit uit 1825, dat het begraven in kerkgebouwen binnen de be
bouwde kom van onze gemeenten verbood. De discussie, die in het laat
ste kwart van de 18de eeuw op gang was gebracht over het begraven van
doden in met name de kerken, werd definitief afgesloten. Door de Ver
lichting ingegeven ethische en hygiënische bezwaren deden enkele in
tellectuele particulieren besluiten begraafplaatsen buiten de stad te stich
ten. In 1795 namen ook de Volksrepresentanten van Holland dit stand
punt in, maar aan hun decreet en aan dat van het Koninkrijk Holland
enkele jaren later, werd geen gehoor gegeven. Een decreet uit 1827 ten
slotte moest de gemeenten de ernst van het K.B. van 1825 doen inzien.'
Een aantal steden nodigden architecten uit om ontwerpen voor begraaf
plaatsen te leveren. Soms was dit de eigen stadsarchitect, zoals in Den
Haag, waar Zeger Reyers de begraafplaats aan de Kerkhoflaan (1830)
ontwierp. Maar vaak werd een architect 'van buiten' aangetrokken. J.D.
Zocher jr ontwierp onder meer de begraafplaatsen van Haarlem (1828),
Zutphen (1829), Heemstede (1828-1829) en Utrecht (Soestbergen,
1829-1830). Ook Alkmaar nam Zocher in de arm. De stad passeerde
hiermee de eigen stadsarchitect, Willem Hamer, die wel tijdens de uit-