speelden andere factoren een rol. Wat die reputatie betreft, de stad hoor
de in die tijd zeker niet tot de categorie belangrijke drukkerssteden. Uit
de nog bewaard gebleven uitgaven weten we dat er in de jaren tachtig
van de zestiende eeuw twee boekverkopers en drie boekdrukkers in de
stad werkten. Hoewel er geen overheidsdrukwerk bekend is uit deze pe
riode had de stad wel boekdrukkers in dienst. De drukker Joost Wil-
lemsz. Duyt, van wie uit 1587 een zestal drukken bekend zijn, noemde
zichzelf'stadsdrucker', evenals Aris Adriaensz. Deucht in zijn enige be
kende uitgave van 1588.
De behoefte aan een stadsdrukker bleef aanwezig. Het groeiend aantal
inwoners maakte het gebruik van de diensten van een drukker voor bij
voorbeeld de inning van de belastingen en de regulering van de markten
noodzakelijk. In 1594 besloot de vroedschap van Alkmaar een nieuwe
stadsdrukker aan te stellen. Een verzoek hiertoe ging naar de Zuidneder
lander Jacob de Meester. Deze uit Brugge afkomstige drukker was al
enige tijd werkzaam in Haarlem en zal ongetwijfeld ook Karei van
Mander gekend hebben. Alkmaar bood Jacob de Meester een jaarsalaris
van 50 gulden. Dit kan geen erg aantrekkelijk bedrag zijn geweest. De
plaatselijke klokkkensteller verdiende veel meer: 275 gulden per jaar.
Misschien was het prestige dat een aanstelling als stadsdrukker opleverde,
of de waarborg voor een soort van minimuminkomen, doorslaggevend
voor De Meester om op het aanbod in te gaan. Hij werd poorter van
Alkmaar en vestigde zich 'in de langestraet in de Druckerije'. In de Lan-
gestraat waren vanaf de zeventiende eeuw veel drukkers, verkopers en
uitgevers gevestigd.
Jacob de Meester nam als boekdrukker binnen de Alkmaarse boekhandel
een bijzondere plaats in. Tussen 1594 en 1612, het jaar van zijn overlij
den, rolden zo'n veertig gedrukte werken van zijn persen, waaronder een
groot aantal van hoge kwaliteit. Dit aantal was voor die tijd, en zeker
voor een stad als Alkmaar hoog. Tot zijn komst lag het gemiddelde daar
op 3,3 uitgaven per drukker. Van de meeste drukkers is niet meer dan
één uitgave bekend. Ook na het overlijden van Jacob de Meester zou het
in Alkmaar nog lange tijd duren voordat zijn produktiviteitscijfers wer
den geëvenaard.
Wie was deze Jacob de Meester? Afkomstig uit Brugge vestigde hij zich
in 1562 als Jacques de Meestere in Amsterdam. In 1587 duikt hij op in
Haarlem, als getuige bij een doop en twee jaar later, op 30 april 1589,
wordt daar zijn eigen zoon Jacob gedoopt. Eén van de doopgetuigen was
Gilles Rooman, stadsdrukker van Haarlem en eveneens uit de Zuidelijke
Nederlanden afkomstig. Tot aan zijn vertrek naar Alkmaar werkte De
Meester in de drukkerij van Gilles Rooman. In Haarlem en Amsterdam
4