en eeuwigheidssymbolen: urnen, lauwerkransen, vlinders, zandlopers, met en zonder vleugels, een tragisch masker, palmtakken en een olie lampje. De rechterflank heeft Zocher uitgewerkt op twee kleinere bla den die op de rechterrand van het blad zijn geplakt. Op het bovenste blad liet hij de muur uitkomen op één van de woningen voor de oppas ser en de doodgraver, die op het terrein werden verlangd." Achter het bouwwerk rijst een geïdealiseerd 'arcadisch' heuvellandschap op, met on dermeer cypressen en loofbomen. Onder de opstand wordt de platte grond weergegeven, ook hier met een aanvulling aan de rechterzijde. In het poortgebouw zijn twee vertrekken gedacht, waarschijnlijk bedoeld als wachtkamers. In de zijvleugels projecteerde Zocher grafkelders, die in aantal corresponderen met de stéles tegen de muur ervoor. Ten slotte is er een schaalaanduiding en signeerde de architect met"J.D. Zocher". De tekening is niet zorgvuldig uitgewerkt. Dat het ontwerp van Zocher is uitgevoerd blijkt uit een tekening die C.W. Bruinvis in 1843 maakte van het poortgebouw, waarbij ook de zijvleugels te zien zijn.12 De hoek woningen vallen buiten het beeld. Dit is niet verwonderlijk; de tekening van Zocher toont de situatie van vóór het besluit dat tijdens de aanleg werd genomen om het terrein te verbreden. De hoekwoningen kwamen hierdoor verder uit elkaar te liggen en de muren werden verlengd. Het is de vraag of de grafkelders ook werkelijk zijn gebouwd, of dat zij als zo danig hebben gefungeerd. De boekhouding vermeldt geen specificatie die het bestaan van de kelders aannemelijk maakt. Dit is bijvoorbeeld wel het geval bij de begraafplaats Soestbergen te Utrecht.13 Deze be graafplaats ontwierp Zocher min of meer gelijktijdig met die voor Alk maar. De kelders op Soestbergen maken evenwel deel uit van de natuur, daar ze zijn opgenomen in een trapsgewijs oplopende heuvel. De een heid tussen architectuur en natuur komt in Alkmaar op een geheel ande re wijze tot stand. Het is immers het poortgebouw, zo blijkt uit de teke ning, dat toegang verleent tot de tuin, als een soort van poort naar een paradijselijke tuin. De uitvoering van de architectuur komt overeen met wat op Zochers tekening wordt gesuggereerd; de muren zijn gepleisterd en alle architec tonische en decoratieve onderdelen zijn uitgevoerd in hardsteen. Overi gens is het opvallend dat de 'Paestumzuilen' zijn uitgevoerd als zuilen van de toscaans-dorische orde. Ondanks het feit dat we met Zochers tekening te maken hebben met een schetsontwerp, is de tekening belangrijk als illustratie van zijn stre ven naar eenheid in architectuur en natuur en van het verlenen van 'ka rakter' aan beide, waardoor de functie van het ontwerp in een oogopslag duidelijk wordt. 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1995 | | pagina 11