Heel Alkmaar in waterschapsverband
Het is een goed initiatief van de Vereniging Oud-Alkmaar om haar jaar
lijkse boekje nu eens te wijden aan het onderwerp water, water dat de
bron van alle leven is. Juist nu omdat er per 1 januari 1995 zoveel veran
deringen in de waterschapswereld gaande zijn, had men geen beter mo
ment kunnen kiezen. Immers het zal voor vele burgers in Alkmaar wel
even wennen zijn, als zij straks een rekening van het waterschap gepre
senteerd krijgen. Daarom rust op de beide waterschappen de plicht uit
te leggen wie ze zijn, wat ze doen en hoe ze dat doen, en daaraan kan
dit boekje mede bijdragen
De waterschapswet
Voor de Nederlandse Waterschappen was 1992 een historisch jaar: op 1
januari van dat jaar trad de Waterschapswet in werking. Voor het eerst in
de geschiedenis van ons land is nu wettelijk vastgelegd dat waterschap
pen zorgen voor de regionale en lokale waterhuishouding en waterke
ring, ofwel: heel Nederland in waterschapsverband.
Wat betekent dit voor de stad Alkmaar en haar inwoners?
Dit betekent dat de stad Alkmaar in haar geheel onder waterschapsver
band moet worden gebracht en de taken die de stad voor het regionale
waterbeheer uitvoert zullen overgaan naar de waterschappen.
Hieraan gekoppeld betekent dit dat alle Alkmaarders omslag aan de wa
terschappen moeten gaan betalen en daarweer aan gekoppeld dat de
Alkmaarders zeggenschap krijgen in het waterschap waaraan belasting
betaald wordt. Dit naar goed gebruik in de waterschapswereld: "belang,
betaling, zeggenschap."
De waterschappen in Noord Holland
In 1970 waren er in Noord-Holland nog ongeveer 200 waterschappen.
Vaak met zeer kleine polderbesturen, met niet of nauwelijks een ambte
lijke dienst, vaak een sterk agrarisch getint bestuur en weinig oog voor
andere belangen dan die van de landbouw. Dit werd door het toenmalig
Provinciaal Bestuur als probleem onderkend, hetgeen ertoe leidde dat in
de jaren zeventig een concentratiegolf voor de waterschappen ontstond,
krachtig gestimuleerd en vaak ook afgedwongen door de toenmalige ge
deputeerde J. van Dis. Dat resulteerde in veertien krachtige middelgrote
waterschappen in de tachtiger jaren, die daarna met de opbouw van hun
organisaties konden starten en de achterstand in investeringen en onder
houd van boezemkaden, gemalen en waterstaatkundige infrastructuur
11