Opmerkelijk is dat de symmetrisch opgezette voor- en achtergevel zich
buiten aan de onderzijde verbreden. Daardoor krijgt het kleine gebouw
tje een enigszins burchtachtig karakter. Dergelijke gevels komt men bij
tal van gemalen uit de 19de en vroeg 20ste eeuw tegen, maar muren die
zich naar onderen toe verbreden, zijn voor een poldergemaal uitzonder
lijk."
Opmerkelijk is ook de forse puntge-
vel, die zowel de voorgevel als de
achtergevel bekroont. Tuitgevels wa
ren in de voorafgaande jaren gebrui
kelijker geweest. Vaak waren zij aan
de zijkanten afgewerkt met een
klimmend boogfries of een inge
schreven trapgevel-contour. Maar bij
het gebouwtje van Groen ziet men
langs de zijkanten van de gevelbe
kroning boerenvlechtingen toege
past. Voorts bevinden zich langs de
zijkanten der puntgevels van het die
selgemaal kleine eenvoudige ronde
schotelankers, drie aan elke zijde en
een in de top.
De ingang is in het midden van de
Zijgevel van het dieselgemaal. i j i u 1 j
JS 1 voorgevel en laat een dubbele deur
onder een halfrond bovenlicht zien. Het bovenlicht is door twee vertica
le roeden in drieën gedeeld. Het geheel is door een gemetselde rond
boog omgeven, met in de top van de boog een natuurstenen sluitsteen.
Zowel links als rechts van de entree is een smal raam, dat door twee ho
rizontale roeden in drieën wordt gedeeld.
Midden in de puntgevel ziet men een gevelsteen. Daarin is het jaar van
de bouw, 1913, te lezen. Over deze steen straks meer.
De achtergevel van het gebouwtje is eenvoudiger dan de voorgevel. Hier
zijn slechts drie rechthoekige vensters naast elkaar: een brede geflankeerd
door twee smalle. Op de plaats, waar aan de voorzijde een jaartalsteen
zit, bemerkt men hier een klein natuurstenen vierkantje.
De beide zijmuren zijn met elkaar vergelijkbaar wat betreft de hoofdop-
zet. Alleen zijn in de ene gevel drie gelijkvormige vensters naast elkaar
aangebracht, terwijl in de andere gevel het middelste venster ontbreekt.
Het gaat om eenvoudige brede rechthoekige vensters, elk bestaande uit
twee ramen. De ramen worden door een horizontale roede in tweeën
gedeeld.
98