stofverbruiken te verwezenlijken. Een doorbraak in de technische ont wikkeling rondom de stoommachine was pas mogelijk toen in het begin van de 19e eeuw werkdrukken boven de 5 atmosfeer overdruk gereali seerd konden worden. Vanaf dat moment ontstonden steeds meer toepas singsmogelijkheden. Het einde van de 19e eeuw zag daarnaast de opkomst van een andere energiebron, de verbrandingsmotor. Vanaf ongeveer 1880 deed de door Nikolaus Otto ontwikkelde gasmotor, geschikt voor het opwekken van een klein vermogen, zijn intrede. Een stevige stap voorwaarts werd gezet door het op de markt konten van de door Ru- dolf Diesel (1858-1913) ont wikkelde dieselmotor. Diesel had in dienst van de Ma- schinenfabrik Augsburg AG (het latere MAN) gedurende een pe riode van vier jaar experimente le motoren beproefd, die op ou dejaar 1896 uiteindelijk resul teerden in de eerste werkende dieselmotor. Deze had een tweemaal hoger rendement dan de toen gangbare gasmotoren en stoommachines. Tevens werd een veilige en betrouwbare machine geïntroduceerd zonder open vuur of een electrische vonk. Samen met de aan het eind van de 19de eeuw ontwikkelde cen- trifugaalpomp bleek de diesel motor grote mogelijkheden te Gebouw van het dieselgemaal aan de Cort rati der Lindenkade J3. bieden bij polderbemalingen. Het stoomgemaal, dat zijn bloei tijd in ons land had in de jaren 1850-1900, werd dan ook steeds meer verdrongen door het dieselgemaal. In 1902 verkreeg de "Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoor- wegmaterieel" te Amsterdam (Werkspoor) de dieselmotorlicentie. Het eerste dieselmotorgemaal werd in oktober 1903 in de Noordwijker- meerpolder van de gemeente Velsen geïnstalleerd. Tot 1912 volgden een twintigtal andere poldergemalen. 84

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1994 | | pagina 82