Het dieselgemaal opvolger van de windmolen Het uit 1913 daterende gemaal van de polder "Het Overdie en Achter- meer" heeft alle moderniseringen overleefd. Gebouwd ter vervanging van een verbrande windmolen heeft het 75 jaar zijn taak vervuld. Zelfs de stadsuitbreiding uit de zestiger jaren, waar het nu middenin staat, vormde geen werkelijke bedreiging. Het gemaal werd eigendom van de gemeente en samen met een stukje oude polder-verkaveling opgenomen in de nieuwe woonwijk. Het dankt zijn perfecte staat voor een belangrijk deel aan de bijzondere zorg en liefde waarmee het is onderhouden en bediend. Opmerkelijk hierbij is dat de functie van machinist door de jaren heen van vader op zoon is overgegaan. Drie generaties Leegwater hebben het dieselgemaal vanaf het begin in 1913 tot aan de buitengebruikstelling in 1988 be diend. Techniek in de tijd Om de waarde van het gemaal te kunnen begrijpen is inzicht in de technologische geschiedenis belangrijk. In vergelijking met andere landen zoals Engeland en België voltrok de moderne industrialisatie van Nederland zich laat. De toch vrij omvang rijke Nederlandse nijverheid dreef wat energievoorziening betrof tot de tweede helft van de 19de eeuw voornamelijk op de industriewindmo len. De wind was gratis en de uiteindelijke investering om tot produktie te komen vereiste geen grote sommen geld. Zo was het windmolenge maal van de Overdie-Achtermeerpolder een van de ongeveer 9000 pol der- en industriewindmolens die ons land toen telde. Niet in de industrie maar in de waterstaatkunde werd de eerste stap tot moderne mechanisatie gezet. Bij de waterhuishouding vormden de windstille perioden een groot probleem bij de regeling van het polder- peil. Dit vroeg om een energiebron die onafhankelijk van de wind zijn dienst kon doen en die tevens een pomp kon aandrijven met een grotere capaciteit. Reeds in 1766 werd in Rotterdam de eerste (uit Engeland geïmporteerde) "vuurmachine" ten behoeve van de beheersing van het stadswaterpeil geïnstalleerd. Het duurde echter nog jaren voordat de moderne industrialisatie, opge zet met stoommachines op gang kwam. Dit vereiste namelijk aanzienlijke investeringen en veroorzaakte bij teruglopen van de vraag meteen grote financiële verliezen. Een probleem was bovendien, dat de stoommachine aanvankelijk alleen rendabel was voor het opwekken van grote vermogens. Anders was het niet mogelijk om acceptabele brand- 81

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1994 | | pagina 79