Luchtfoto uit 1990.
een ongestoorde situatie is echter geen sprake meer. De mens maakt ge
bruik van het land, met name door middel van beweiding met vee en
bemesting. Welke gevolgen dit heeft voor flora en fauna wordt in de af
zonderlijke hoofdstukken duidelijk.
Flora
Uit een in 1986 door de provincie uitgevoerde inventarisatie is gebleken
dat er 89 boom- en plantensoorten in het gebied aanwezig zijn. De in
vloed van de mens in het gebied blijkt onder andere uit het feit, dat
planten van zogenaamde storingsmilieus en bemeste graslanden rijk ver
tegenwoordigd zijn. Met name kruipende en scherpe boterbloem, veld-
zuring en ruw beemdgras zijn in deze omgeving algemeen. Door het
rijke voorkomen van de twee boterbloemsoorten, maar ook van de ver
takte leeuwentand, krijgt het gebied in het vooijaar de karakteristieke
78