Mijne heren,
Tot mijn grote verbazing constateerde ik na reeds 4 jaar in de Costerstraat
te wonen, dat er een z.g. polder Overdie en Achtermeer bestaat die kenne
lijk nog rechten en plichten voor mij meebrengt. Deze ietwat late kennis
making met ietwatonthutsend boetedreigement, doen mij u verzoeken mij
over het volgende te willen inlichten. Welke rechten en plichten zitten aan
deze polder voor mij vast, dit opdat ik niet weer plotseling in verlegenheid
gebracht kan worden, zoals nu mijn vrouw, daar ik buitenlands was? Wat
verstaat men onder een schone sloot en hoe maakt men die schoon gezien
mijn totale ondeskundigheid in waterstaatszaken. Kunt u mij het adres ge
ven van een firma of persoon die dit werk voor mij deskundig kan uitvoe
ren?
met de meeste hoogachting
P.A.J.Andriessen
Geleidelijk kreeg de overnamegedachte vorm en uitwerking. Het pol
derbestuur had geen keus. Bezwaren tegen deze oplossing voor de gi
gantische problemen ten aanzien van de eisen van moderne stadsont
wikkeling zoals wegenaanleg en de verlangens van de nutsbedrijven ble
ven uit. Zoals gezegd, van de oude taak "de voeten droog te houden"
was maar weinig meer over. Wel was de zorg voor het gemaal gebleven,
maar dit was geen reden om van ontpoldering af te zien.
3 maart 1961 wordt de procedure tot opheffing van de polder officieel
in gang gezet. Het provinciaal bestuur deelt het polderbestuur mee hoe
de overname geregeld moet worden. Er is
een ontwerp-besluit waarin het waterpeil
wordt gegarandeerd (1.65nr NAP) en waar
in ook de te volgen procedure staat. Ook
zijn de financiële verplichtingen t.a.v. de se
cretaris/penningmeester opgenomen. Deze
was tevens wethouder van Alkmaar en voor
zitter van "Rochdale", een woningbouw
vereniging met een groot bezit aan wonin
gen in de Overdie.
Op 6 maart 1961 wordt het besluit tot op
heffing door voorzitter J. Frans Pzn. en se
cretaris M. Coerts officieel bekend gemaakt.
Niemand reageert. De gemeente komt twee
weken later met een bijlage van de hande
lingen van de raad. Daarin lezen we dezelf
de zaken, maar meer in detail uitgewerkt,
M. Coerts, secretaris /penningmeester
van polder Overdie.
70