aatschappe- I woningwet in 1931, dankzij een paragraaf "regeling der bebouwing en
bestemming van gronden" een duidelijker ruimtelijke ordenings karak
ter. Pas in 1965 zou een ontkoppeling plaats vinden in de vorm van een
afzonderlijke Wet Ruimtelijke Ordening.
Het Algemeen plan van uitbreiding.
Het in werking treden van de Woningwet op 1 augustus 1902, was voor
de burgemeester en wethouders van Alkmaar aanleiding de directeur
Gemeentewerken G.Looman opdracht te geven een plan van uitbreiding
op te stellen. Dat het voor de directeur een nieuw fenomeen was mag
blijken uit de herinnering aan de opdracht die het college onder zijn
aandacht bracht, maar op 5 december 1906 wordt het "algemeen plan
van uitbreiding" aangeboden. Dit is het eerste algemene uitbreidingsplan
van Alkmaar, bestaande uit zes plan- en acht detailtekeningen en een
(handgeschreven) toelichting, waarin de motieven staan aangegeven wel
ke aan het plan ten grondslag liggen.
Het plan is een algemeen plan van uitleg en richt zich in hoofdzaak op
het zuidoostelijk deel van de stad, de Overdie en Achtermeer, naast eni
ge op zichzelf staande bouwterreinen rondom het oude centrum.
Dat het plan van uitbreiding zich voornamelijk over het zuidoostelijke
deel van de stad uitstrekt, wordt verklaard door enerzijds de stadsgrenzen
zoals deze in 1906 waren, anderzijds door delen van de aanwezige be
bouwing in het latere Emmastraatkwartier en de bebouwing bij de
tofdzakelijk Nieuwlandersingel, Popelntanslaan, Overdiepad en de Landstraat. De
maar is noordelijke stadsgrens werd vrijwel bepaald door het Noordhollandska-
ïe bouw- 1 naai. Daarnaast zegt de toelichting van het plan er nog het volgende
;er enige over: "De hoofduitbreiding is ten zuiden van de stad gezocht, om zoveel
Daarmee 1 mogelijk tegen den noordenwind beschermd te zijn; de gronden aldaar,
1, vastge- liggen hoger dan veel anderen om de stad, waardoor zij dus betrekkelijk
elijk kader goedkoop te exploiteren zijn."
bouwen in Op plankaart 2, het eigenlijke plan van uitleg, staat de uitbreiding in de
moest zijn polder van Overdie en Achtermeer aangegeven. Zoals de directeur in de
rheidszorg. toelichting zegt; "men zou het haast kunnen noemen, onbeperkt terrein
plichting van uitleg; zeer ruim genomen is daar nu ca. 95 Hectare ingedeeld en
neer dan zou dus bij eenen gemiddelden uitleg van ruim 2 Hectare per jaar daar
opgelegd, alleen ongeveer 45 jaren voldoende bouwterrein aanwezig zijn."
de aanleg Voor de hoofdstructuur van het plan is waar het kan vooral aansluiting
einen vast gezocht bij de kadastrale grenzen en de waterhuishouding van het
eenmaal gebied. Aan beiden zijden van de Bleekerssloot is een straat ontworpen
die na demping haar volle breedte krijgt. De smalst ontworpen straat is
kreeg de 8 m breed, en naar gelang de straatlengte en de te verwachten verkeers-
waar te ne-
was inmid-
len van de
tkwartier.
w, wanneer
land bezig
woningpro-
irongen op
elementaire
andigd.
verp van de
ede Kamer
is een ty-
van die tijd
rakter. Het
ingvoorzie-
den gelegd,
/ormt voor
op winst
en ge-
37