was er niet. Daarnaast liet het gebouwde in technische en maatschappe
lijke zin veel te wensen over.
Deze algemeen landelijke ontwikkeling was ook in Alkmaar waar te ne
men. Langs de Kennemerstraatweg en de Nieuwlandersingel was inmid
dels bebouwing gerealiseerd, vanaf ca. 1890 gevolgd door delen van de
latere buurten Westerhoutkwartier, Spoorbuurt en Emmastraatkwartier.
De volkshuisvesting wordt tegen het einde van de 19e eeuw, wanneer
Alkmaar ca. 18.300 inwoners heeft, een zaak die het hele land bezig
houdt. Men realiseert zich dat het particulier initiatief het woningpro
bleem met kan oplossen en er wordt meer en meer aangedrongen op
een krachtig overheidsingrijpen. Voornamelijk door buitenparlementaire
actie wordt in de troonrede van 1897 een woningwet aangekondigd.
Bij Koninklijk Besluit van 11 september 1899 wordt het ontwerp van de
Woningwet openbaar gemaakt, en op 19 april 1901 in de Tweede Kamer
aangenomen. De wet treedt op 1 augustus 1902 in werking en is een ty
perend voorbeeld van de maatschappelijke hervormingsgeest van die tijd
en draagt, gelet op de toenmalige situatie, een radicaal karakter. Het
winstbeogend particulier initiatief op het gebied van de woningvoorzie
ning wordt sterk aan banden gelegd,
terwijl de wet de basis vormt voor
woningbouw door niet op winst
gebaseerde verenigingen en ge
meenten.
De wet gaat weliswaar hoofdzakelijk
over (volks) woningbouw, maar is
daarnaast óók een algemene bouw-
wet en bevat min of meer enige
ruimtelijke bepalingen. Daarmee
was, tenminste in beginsel, vastge
legd dat ook het ruimtelijk kader
van de woning en van gebouwen in
het algemeen, voorwerp moest zijn
van aanhoudende overheidszorg.
Onder andere kon de verplichting
aan gemeenten met meer dan
10.000 inwoners worden opgelegd,
een uitbreidingsplan voor de aanleg
van straten, grachten en pleinen vast
te stellen en deze tenminste éénmaal
in de tien jaar te herzien.
Na een aantal wijzigingen kreeg de
Mr. H. Goeman Borghesius,
minister van Binnenlandse zaken.
Mr. P.A. Cort van der Linden, Mr. N.G. Pierson,
minister van Justitie. minister van Financiën.
De drie ministers die de Woningwet ondertekenden.
36