F Noten 1. In: De Noordhollandsche boer, later opgenomen in de Camera Obscura. 2. In 1840 met Alida van Foreest (1818-1856) en in 1859 met haar zuster Jacoba Elisa- beth (1828-1911). 3. C. Streefkerk, Van tweespalt tot eendracht, in H.S. Danner, H. Lambooij en C. Streef kerk, "...Die water keert" Alkmaar/Edam, 1994. 4. A.C.F. Koch, Oorkondenboek van Holland en Zeeland, deel I ('s-Gravenhage, 1970) nr. 357: "Inspectionis aggerum forefactum duos denarios, vel gallinam exsolvet." (De boete op de dijk zal twee schellingen of een henne (een kip) bedragen. 5. Dat de westelijke dijk ouder is dan de oostelijke is overigens vooralsnog slechts een vermoeden, gebaseerd op de overweging dat bij noordelijke wind het water eerder naar het zuidwesten dan naar het oosten zal zijn opgestuwd. 6. J.P. Geus, HetVronlegeister ambacht, één der oudste bedijkingen van Holland, in Alk maarjaarboekje IX(1973), p. 58-79. 7. J. Westenberg, Kennemer dijkgeschiedenis Amsterdam, Londen 1974, p. 49. 8. RAA, stadsarchief inv.nr. 1863. 9. Westenberg, a.w., 49. 10. H. Schoorl, De Kwakelsluis en de Brantgen Jan Heinesmolens, in: Alkmaars Jaarboek je, jrg.7, 8 (1971,72), 82-100,77-100. 11Westenberg, a.w., 48-56. 12. C. Streefkerk, Verder dan het oog reikt een blik op de kaart, in: Perfect gemeten (ten toonstellingscatalogus Stedelijk Museum Alkmaar), z.p. [Wormerveer], 1994, p. 22-29. 13. Westenberg, a.w. p. 54. 14. Van den Bergh, Oorkondenboek van Holland en Zeeland, Nalezing, nr. 63 (17 au gustus 1280) en idem, dl. I, nr. 641 (16 augustus 1288). 15. Op grond van het feit dat op 2 november 1396 (stadsarchief inv.nr. 20, fol. 70 v., 71 de stad Alkmaar voor haar landen van Overdie vrijstelling kreeg voor de contributie van de "de Scaderdam, de Vuledam en de Nuwendam. Overdie had kennelijk geen baat bij deze dammen, aangezien het zelf voldoende bedijkt was. 16 R.A.A., archief Van Egmond van de Nijenburgh, inv. nr. 30, zie: C. Streefkerk, De Achtermeer, een verscholen monument, in: Archivaria, IV (1991) 10-16. 17. Westenberg, a.w., p. 58. 18. W.E. Goelema, Groot-Geestmerambacht een waterschapskroniek (Warmenhuizen, 1990). 19. A.S. de Blécourt, Ambacht en gemeente (Zutphen, 1912), p. 128. 20. G. de Vries, De zeeweringen en waterschappen van Noord-Holland, (2de druk door J.W.M. Schorer) Haarlem, 1894, p. 663. 21. J.P. Geus, Costverloren, een droogmakerij in het Geestmerambacht, in: Holland XVI(1984) 268-274. 22. De Vries, a.w., 663. 23. H. Jonker, Hoofdstukken uit de geschiedenis van de polder Wieringerwaard, 1610- 1960, z.p., 1960 (diss. Leiden). 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1994 | | pagina 32