Duizend en een dijkgraven
Alkmaar
"Kom op een vrijdag voormiddag in het kaasseizoen te Alkmaar!
De meer dan zeventig dorpen, die rondom de Noordhollandsche
metropolis liggen, hebben hun contingent geleverd. Beemster, Pur-
mer, Schermer, Waard hebben zich leeg geschud in het kleine nette
stadje. Waar gij komt: bij den tabaksverkooper, in de koomenij,
in den pottewinkel, bij den schoenmaker, die alle dubbel hebben
uitgestald, bij den notaris, den advocaat, den dokter, en ten huize
van de duizend en een dijkgraven en penningmeesters van polders,
overal ontmoet gij een boer".
Heiloo
Aldus schreef Hildebrand (Nicolaas Beets) in 1841, "dit regenjaar", toen
het hooi "bitter slecht was uitgevallen".1
Is er veel veranderd ten opzichte van 1994, toen Alkmaar en omgeving
getroffen werden door aardbevingen en overstromingen? Klein is Alk
maar niet meer te noemen, net nog net. Nog altijd heeft de stad de
functie van regionale metropolis. Hoewel de boeren plaats hebben ge
maakt voor de toeristen, is het op vrijdag in het kaasseizoen nog altijd
een drukte van belang. Maar waar gij gaat, nog slechts één dijkgraaf zult
ge vinden, in het zuiden van de stad, dat als Arcadia te boek staat.
Wie waren die duizend en een dijkgraven en waar zijn zij gebleven? Dat
is de vraag die ons hier bezig houdt, nu de zorg voor de waterstaat van
Alkmaar weer in handen komt van twee waterschappen. Nicolaas Beets
(1814-1903) geeft ons het antwoord niet. Hij was de tel kwijtgeraakt en
nam zijn toevlucht tot de metafoor "1001". Hij had het wel kunnen
weten, want in zijn schoonouderlijk huis was men uitstekend op de
hoogte. Op de Nijenburgh te Heiloo, van waaruit hij tot tweemaal toe
in het huwelijk trad 2, werd in zijn tijd dagelijks over waterschappen ge
sproken. Schoonvader Dirk van Foreest (1792-1833) was van minstens
drie waterschappen bestuurslid geweest. Zwager Cornelis had zitting in
vier besturen. De familieportretten vertoonden ettelijke dijkgraven,
hoogheemraden, heemraden en hoofdingelanden. Als ingeland betaalde
de familie in tientallen waterschappen de omslag. Hoogheemraadschap
van de Hondsbossche en Duinen tot Petten, Hoogheemraadschap van de
Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland, Zijpe- en
Hazepolder, Anna-Paulownapolder, Oosterzijpolder, Boekelermeer, Wie-
ringerwaard, etc. Het moet de jonge Nicolaas, letterkundige en theo
loog, geduizeld hebben. Ook nu nog blijkt het geenszins eenvoudig om
alle waterschappen die een band met Alkmaar hadden in beeld te
15