AJbeelding van een luiermand op de zijkant AJbeelding van een wan op de andere zijkant, van het kistje. dienstelijk op geschilderd. De inventaris van het museum vermeldt dat het een geschenk was van de heer J.A. Klaverweyden en dat het afkom stig was uit het mandenmakershuis. Met dat laatste werd waarschijnlijk het Huis-met-de-kogel bedoeld, waar in de 19e en 20e eeuw manden makers gevestigd waren. Bewezen is met dit alles niet dat het kistje dat van het Alkmaarse gilde is, maar het is niet onwaarschijnlijk. De Tienenwal Geen ambacht kan uitgeoefend worden zonder dat goed materiaal ver krijgbaar is. Dat gold, en geldt, ook voor het mandenmaken. Het meren deel van dat materiaal, wilgeteen (de mandenmakers spreken van "hout") werd geteeld in de grienden, in het gebied van de grote rivie ren. Het werd aangevoerd per schip, opgeslagen en geveild. Dit maakt iets duidelijk over de Alkmaarse straatnaam Tienenwal. Volgens een be richtje in de Alkmaarsche Courant (1-5-1990) zou deze in 1871 zo ge noemd zijn naar de wilgetenen (tienen in het Westfries) "die daar eens groeiden". De oorsprong van de naam lijkt mij echter een andere: op een getekende kaart van de stad uit 179618 is bij nr. 124 de Tienzingel te vinden. Het is een deel van de singelgracht, niet meer bestaand nadat de ze als Noordhollands Kanaal naar het zuiden werd afgebogen. Een ter- reintje tussen dat water en de Geestmerambachtsdijk is ook op veel ou dere kaarten te vinden.Wortel situeert daar de "mandenmakerswerf", de 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1994 | | pagina 8