wordt rekening gehouden met een plaatselijke omstandigheid. Zo mochten b.v. de Hoornse mandenmakers in de "buyse tijt", als de ha ringbuizen zich gereed maakten om uit te varen, op de "Hooge Brug ge" hun manden te koop aanbieden. Een extra marktje dus; de vissers, die veel en veelsoortige manden nodig hadden - en versleten! - waren natuurlijk goede klanten.1 Minder vaak zijn gildeboeken bewaard gebleven: schrijfboeken als notu len- of kasboek ingericht of als registers van toegetreden meesters of aangenomen leerlingen. Interessante gegevens kunnen ook aan het licht komen als "quaesties" geboekstaafd zijn, zoals verzoeken van gildebe- stuurders aan het stadsbestuur om op te treden in geval van geschillen. Dit kan dan weer aanleiding zijn om artikelen, "poincten", toe te voe gen (in een z.g. ampliatie) aan een ordonnantie. Daarin wordt b.v. het messentrekken of het gebruiken van "ondorpelijcke tael" verboden; zul ke toevoegingen kunnen voor ons dan een beeld oproepen van gebeur tenissen die blijkbaar hadden plaatsgevonden. Over bezittingen van een gilde is soms ook iets bekend uit de verplichte opgave ervan na de opheffing van de gilden in 1798. Boedelinventarissen leveren gegevens op over wat er alzo in een woon huis aan manden in gebruik was en hoe de benamingen daarvoor luid den. Zaken als pakmanden, kleermanden, naaimanden, wiegen, baker matten, luiermanden ("kindskorven"), turfmanden, marktmanden (boodschappenmanden), kaasmandjes, broodmanden, vogelkooien en ve le andere kom je daarin geregeld tegen. Uit tarieven van veerdiensten zijn eveneens gegevens te halen over een keur van soorten manden en wat daarin verzonden werd. Manden waren b.v. bij uitstek geschikt om glas en aardewerk in te transporteren; de veerkracht van een mand ving stoten goed op. Vergelijking van dergelijke gegevens uit een aantal steden geeft een vrij duidelijk beeld van het ambacht in vroegere eeuwen. Gesprekken met soms al hoogbejaarde mandenmakers, alsook het ver toeven op werkplaatsen die nog in bedrijf waren, bevestigden dit beeld en vulden het aan met veel interessante gegevens.2 Het Alkmaarse gilde Wat is er nu over een gilde in Alkmaar bekend? Uit de Middeleeuwen: vooralsnog niets. Het stadsarchief, dat gegevens over gilden bevat kan hebben, is immers bij vijandelijkheden in 1517 verloren gegaan. Zonder twijfel zullen er in een marktplaats als Alkmaar mandenmakers werk zaam zijn geweest, die in de behoeften van visserij, land- en tuinbouw, van winkeliers en huisvrouwen voorzagen. Uit andere steden is het be-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1994 | | pagina 4