Informatierubriek
Bureau monumentenzorg en archeologie gemeente Alkmaar
Het journaal Monumentenzorg van Reder
Hoewel het bureau monumentenzorg en archeologie van de gemeente
Alkmaar in zijn huidige vorm pas enkele jaren bestaat, werd er in deze
stad al langer aandacht besteed aan beide werkterreinen. Een van dege
nen, die zich daarvoor een groot aantal jaren heeft ingezet, is W.J. Reder
(geb. te 's-Gravenhage in 1906) geweest. Oudere lezers zullen hem zich
wellicht herinneren. Ook voor dit blad heeft hij destijds geschreven. In
verschillende opzichten kan hij beschouwd worden als de grondlegger
van dat wat nu het bureau monumentenzorg en archeologie is.
Gedurende de hele periode dat Reder voor de stad heeft gewerkt, heeft
hij in een folioschrift met kartonnen kaft een dagboek bijgehouden,
waarin te lezen staat wat hij aan werkzaamheden verrichtte. Enige tijd
geleden overhandigde hij dat dagboek, getiteld 'Journaal Monumenten
zorg' aan Arie den Duik van de Dienst Stadsontwikkeling en Beheer.
Deze gaf het onlangs aan het bureau monumentenzorg en archeologie,
dat met deze aanwinst zeer ingenomen is.
Het journaal, dat loopt van 1 juli 1955 tot en met 31 juli 1971, geeft een
aardig beeld van wat er zoal in het desbetreffende tijdvak op het gebied
van de monumentenzorg en archeologie is geschied. Overigens verrich
te Reder zijn werkzaamheden voor Alkmaar aanvankelijk nog niet als
ambtenaar, in dienst van de gemeente zelf, maar hij werkte in opdracht
van een speciale commissie: de commissie tot instandhouding en restau
ratie van monumenten in de gemeente Alkmaar. Er was ook nog geen
sprake van een full time dienstverband, maar er werd halve dagen ge
werkt. In het journaal staat genoteerd:'werktijden op alle werkdagen van
13.30 tot 17.30 en zaterdags om de week van 8.30 tot 17.30'. Eerst van
af 1 januari 1960 trad hij bij de gemeente zelf in dienst. Daar zou hij
blijven tot zijn pensioen, dat inging op 1 augustus 1971
Het is na al die jaren boeiend om te lezen hoe Reder zijn bureau monu
mentenzorg en archeologie begon op te zetten. In overleg met de be
kende restauratiearchitect C.W. Royaards uit Schoorl, zijn belangrijkste
gesprekspartner aangaande allerlei zaken betreffende de monumenten
zorg in deze begintijd, werd niet alleen besloten 5 opbergmappen, 2
briefordners, 100 enveloppen, 500 vel schrijfpapier en een bonboekje te
bestellen, maar ook om ernaar te streven dat historische bouwmateria
len, die bij sloop in de stad vrij kwamen, door de gemeente werden aan
geworven met het oog op hergebruik bij restauraties.Voorts besloot men
het waaggebouw en huize Oort (waar het gemeentearchief gehuisvest
20