sen markt, bezoekende buitenlui en toeleverende ambachten zal in iede
re stad bestaan hebben.21
Hoe zagen die werkplaatsen er nu uit? Waarschijnlijk niet zoveel anders
dan in de twintigste eeuw. Ontwikkeling in de richting van industriële
fabricage was voor dit ambacht - anders dan voor de meeste andere -
niet mogelijk, want een mand is per definitie alleen met de hand te ma
ken. Een plank om op te zitten, enige stukken gereedschap, een vol
doende ruime werkplaats - koel, en onvermijdelijk vochtig - dat was on
geveer wat een mandenmaker nodig had. Afbeeldingen van zulke werk
plaatsen zijn nauwelijks te vinden, maar de ets van Jan Jorisz. van Vliet
(161 O-na 1635) geeft er
je vindt die vaak op ri
jd»! Joris van Vliet (161 O-na 1635), Mandenmaker in zijn
werkplaats (Ets 21x16 cm. Rijksprentenkabinet Amsterdam) viergezichten van (joyen,
Cuyp en andere schilders.
Jan Arentsz
In zo'n werkplaats zal, precies als in de 20ste eeuw, de typische geur heb
ben gehangen van het vochtige wilgehout. Het is er vrij rustig, er kan
10