extra kosten, die door de wijziging van het oude plan werden veroor
zaakt.
Alkmaar meende dat het voor de stad zeer gunstig zou zijn als het kanaal
door en langs de stad werd gegraven in plaats van op enige afstand er
langs. Ook deze wijziging werd in het plan opgenomen, maar Alkmaar
moest hiervoor diep in de beurs tasten.
Bij de aanleg van het Noordhollands kanaal is bijna over de volle lengte
gebruik gemaakt van bestaande vaarwegen en ringvaarten, die op de
vereiste breedte van 37 nieter en diepte van 5,60 nieter moesten worden
gebracht. Wegens de verschillende waterstanden moest het kanaal in
drie panden worden verdeeld. Het eerste pand liep van Buiksloot tot
Purmerend, het tweede tot De Zijpe en het derde tot Nieuwe Diep. In
plaats van beweegbare bruggen werden de zogenaamde vlotbruggen ge
bruikt. Deze waren van hout en betrekkelijk snel en goedkoop te bou
wen.
Na het gereedkomen van het kanaal kon een schip, getrokken door een
aantal paarden, in 15 a 18 uur vanaf Nieuwe Diep de hoofdstad berei
ken. Over de Zuiderzee duurde zo'n reis, afhankelijk van de wind, en
kele dagen maar soms ook weken. Er werd dus niet alleen tijd bespaard,
ook de financiële besparingen waren aanzienlijk. Bovendien was de Am
sterdamse haven weer goed bereikbaar voor de grote koopvaarders.
Het oorspronkelijke "kleine" kanaal was begroot op vier miljoen gul
den. In 1819 berekende Jan Blanken de kosten van het "grote" kanaal
op ruim 6 miljoen gulden. In 1824 bleek meer dan tien miljoen te zijn
uitgegeven, terwijl nog enige niet onbelangrijke werkzaamheden moes
ten worden uitgevoerd. De totale kosten zullen daarom zeker twaalf a
dertien miljoen hebben bedragen. Een overschrijding van Blanken's be
groting met ruim 100
De financiële toestand van het Rijk was in het begin van de vorige
eeuw bijzonder slecht. Daarom werd bij de kanaalwerken grote zuinig
heid betracht. En dit was van grote invloed op de aanbestedingen. De
aannemers zagen zich genoodzaakt een werk vaak tegen een veel te lage
prijs aan te nemen. Om toch nog gunstig uit te komen werd al gauw
bezuinigd op de keten of werden de lonen gedrukt. Ook werd soms ge
knoeid met de opmeting van het verrichte werk. Geen wonder dat hier
door veel onrust ontstond, vaak ook rellen en stakingen.
Het werk is bijna geheel met de schop, de kruiwagen en de baggerbeugel
uitgevoerd door duizenden grondwerkers, ook wel polderjongens of pol
dergasten genoemd, die ver van huis en onder vaak zeer slechte leef- en
werkomstandigheden die bijzonder zware lichamelijke arbeid van graven
en baggeren hebben verricht. Alleen voor de laatste uitdieping werden
16