Zo zien de verschillende soorten voegen eruit.
ge, maar ook een uitstekende manier om een gevel af te werken.
Was het voegwerk wat te breed, dan trok men ook nog weieens een
streep door de voeg, de daggestreep. Hierdoor werd de brede voeg
enigszins gebroken.
Om de steen meer te laten spreken wordt sinds de 20ste eeuw de platte
voeg ook vaak verdiept oftewel terug-gevoegd, waardoor er meer scha
duwwerking in de gevel ontstaat.
In de 18de eeuw werden brede voegen niet zo erg gewaardeerd. Rijke
mensen wilden een meer voorname gevel hebben met minder brede
voegen. De methode om stenen te bakken werd verbeterd, de stenen
werden zeer nauwkeurig op maat gesorteerd en vaak zelfs geslepen. Het
gevolg: een strakkere steen die zich er uitstekend voor leende om een
fraaie dunne voeg te maken. Zo krijgen we de snijvoeg. Hierbij wordt
de voeg met behulp van een rij en een mes keurig strak gesneden.
Niets is te dol, om het nog mooier te maken liet men in het begin van
deze eeuw de voeg ook nog vóór de steen uitsteken en dan diep uitsnij
den wat de fraaie naam knipvoeg heeft meegekregen.
De panden worden tegenwoordig in de cementspecie gemetseld - vroe
ger werd dit met een kalk- en/of trasspecie gedaan. Gelukkig is er te
genwoordig, al is het wel wat aarzelend, weer interesse voor het metse
len met kalk. Deze kalkspecie had en heeft vele voordelen. De specie is
zeer gemakkelijk te verwerken waardoor we dunne voegen kunnen ma-
19