diging in de vorm van een soort "klavertje drie". Andere veel voorko mende beëindigingen in deze jaren zijn krullen, punten en kleine bol len. Wanneer u erop gaat letten, zult u langs de Oudegracht diverse voorbeelden tegenkomen. Tot besluit Tot de meest karakteristieke onderdelen van het Noordnederlandse bur gerlijke architectuur behoren de stoepen. Toch zijn zij maar zelden on derwerp van meer uitgebreide en diepgaande studie. En een groot over- zichtsboek over de vormgeving van de stoep in ons land door de eeu wen heen, dat aandacht besteed aan de hoofdontwikkeling, maar ook aan de regionale en plaatselijke verscheidenheid, ontbreekt vooralsnog. Wie echter in kort bestek een indruk wil krijgen van de rijkdom die onze steden en dorpen op dit terrein te bieden hebben, kan goed te recht in het aardige boekje Stoepen, stoephekken, stoeppalen dat in 1985 verscheen in de Heemschut-serie (uitgeverij Terra in Zutphen). Het werd geschreven door de helaas te vroeg gestorven Teun Brouwer, jarenlang werkzaam bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Ook de vele schitterende tekeningen zijn van zijn hand. Noten 1. Zie: "Binnenstad", tijdschrift van de Vereniging van Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, 1991-nr. 127 en diverse volgende nummers. 2. Zie over de geschiedenis van dit pand Een illuster grachtenhuis" door J. Belonje, Oud-Alkmaar 1989, nr.4. 3. Zie "Een huis vol papier. Van woonhuis tot stadsarchief", gewijd aan Oudegracht 247, Oud-Alkmaar 1991, nr.4, pag. 33. 4. Zie over de stoeppalen van Van der Hart het artikel "De stoep van Herengracht 502" door Carla Rogge in het tijdschrift "Binnenstad", nr.141, juli 1993. Tal van afbeeldin gen van Van der Harts stoeppalen treft men aan in het proefschrift dat C.A. van Swigchem schreef over "Abraham van der Hart, 1747-1820, Architect, Stadsbouw meester van Amsterdam", uitgegeven in Amsterdam in 1965. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1994 | | pagina 18