pothuis genaamd. Zo'n aanbouw kon dienen als extra bergruimte voor
de bewoners van het desbetreffende pand, maar kon ook afzonderlijk
verhuurd worden. Soms vond het secreet er een plaats.
Men vond die pothuizen nogal eens bij hoekpanden die als winkel of als
horecagelegenheid dienden. Ook in Alkmaar was dat het geval, zoals
o.a. blijkt uit diverse oude foto's, gereproduceerd in het boekje "Win
kels kijken, oud en nieuw in de binnenstad" (verschenen bij de gelijkna
mige tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Alkmaar in 1985). Eén
van de foto's toont hoe het pand Langestraat 2/hoek Mient langs de
Langestraat een laag pothuis had, een andere foto hoe het afgebroken
pand, dat eertijds op de hoek van de Langestraat en Houttil stond (op de
plaats waar nu Soecker zit), een iets hoger pothuis bezat langs de Hout-
til.
Het grote pand op de
hoek van Bierkade en
Verdronkenoord, dat in de
17de en 18de eeuw tot
schippersgildehuis diende,
kreeg op de stoep aan de
zijde van het Verdronke
noord zelfs meer dan één
pothuis. C.W. Bruinvis
legde de situatie van ca.
1800 op een tekening
vast. Wie nu naar het
desbetreffende pand gaat,
waarin al vele jaren een
horecagelegenheid zit,
ziet dat er nog altijd spra
ke is van aanbouwen op
de stoep.
De vormgeving van de pothuizen en de bijbehorende stoepen was over
het algemeen zeer eenvoudig. Niet de schoonheid, maar het gebruiksas
pect stond voorop.
Een trap op de stoep
Wanneer de hoofdverdieping van een pand zich niet op straatniveau be
vond, maar een eindje daarboven, was er op de stoep een trap te vinden.
Een dergelijke aanleg was o.a. bij een aantal voorname panden aan de
orde en aan de vormgeving van de desbetreffende trappen en stoepen
werd dan ook de nodige zorg besteed.
Tekening van C. W. Bruinvis van het Schippersgildehuis, gezien vanaf het
Verdronkenoord rond 1800. Op de stoep niet alleen diverse pothuizen
maar ook een lange bank bij de hoek (Top. Atlas R.A.A.)
8