teiten, zullen stellig in de nabije of verre toekomst, gebeurtenissen plaats
vinden of te herdenken zijn die de uitgifte van een eigentijdse penning
waard zijn!
Met dank aan mevr. drs. M. Scharloo (Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet
te Leiden) en mevr. drs. M.L. Pop-Jansen (Historische Vereniging Oud Alkmaar)
voor het bereidwillig beschikbaar stellen van diverse gegevens.
Literatuur
H.A. Groenendijk Tokens en gebruikspenningen en M. Scharloo Ontwikkeling van
de penningkunst in: De Geschiedenis van het Geld Handboek Numismatiek,
Amsterdam/Utrecht 1992.
J. Dirks De Noord-Nederlandsche gildepenningen(.dl. II, p. 135-144, Haarlem 1878.
J. Dirks Penningkundig Repertorium 4 dln 1879-1891.
C. W. Bruinvis heeft uitvoerig over Alkmaarse penningen geschreven in diverse arti
kelen in het Tijdschrift, later het Jaarboek van het Genootschap voor Munt- en
Penningkunde, (o.a. in 1879, 1907 en 1909).
98