n voor zijne
rijs hiervan is
dsel van hem
van den ver-
1922), tevens
:t Koninklijk
langrijke bij-
ap over pen-
i zijn artikel
snige bijzon-
nningen zijn
I
hen geborei
cht verdraag
ageschool oj
men de aan
n en Jacobn
valt al zee-
den van zij
>ol.
691 en wer<l
5 Mei 1670
dt hij nu op
ld, dan moet
e poging om
;er te stellen.
48. Voorzijde van de
penning voor de
gouden bruiloft
van J. Bruinvis
en A. Zilcken
(0 43 mm).
Deze symbolische
voorstelling was
in de 1 le en 18e
eeuw zeer geliefd.
Overdrijving heerscht wel meer in de opschriften der monumenten
van steen of metaal".
Jacobus ten Dam werd in 1708 te Amsterdam geboren. Na zijn studie
werd hij in 1732 tot priester gewijd. In 1756 werd hij pastoor in
Alkmaar en wist zich daar
"door zijne welmeenendheid en vredelievendheid bemind te maken.
In 1758, toen zijn statie 446 communicanten telde, bekwam zijne
kerk een nieuw orgel, in 1761 een nieuwen paaschkandelaar; in 1759
liet hij eene nieuwe luna maken voor de remonstrans, omzet met de
juweelen van wijlen zijne moeder en zuster. Hij kocht een graf in de
Groote kerk en bestemde dit voor zich en de volgende pastoors der
statie; daarin werd den 24en Mei 1758 ter aarde besteld zijn broeder
Johannes, eerste pastoor te Kralingen, die, lijdende, om zich te ver-
poozen tot hem gekomen, maar verergerd en den 18en bezweken
was. Hij zelf overleed den 2en Juni 1776 en werd den 4en begraven
bij zijn broeder, wiens grafschrift hij langs den rand van de reeds
opschriften dragende zerk had doen beitelen, zoodat er voor het zijne
geene plaats overschoot".
Van deze drie penningen zou het ontwerp van het exemplaar voor
Cornelis Buisman en de keerzijde van de penning voor Jacobus ten Dam
van Wouter Muller zijn. Van Mullers leven is vrijwel niets bekend,
behalve dat hij evenals de zilversmid Lutma uit Emden afkomstig was.
Het staat vast dat hij in 1641 lid van het Amsterdamse zilversmidsgilde
werd. Bekende penningen van hem zijn een serie zeehelden, Tromp, de
Ruyter en Evertsen.
Ook twee huwelijkspenningen behoren tot de collectie van het Stedelijk
Museum Alkmaar. Beide komen uit familiebezit van de al genoemde
C.W. Bruinvis. De ene is gemaakt ter gelegenheid van het vijftig jarig
huwelijk van Joannes Bruinvis en Angeneta Zilcken op 26 maart 1734.
Deze penning is een typisch voorbeeld
van een algemene penning. De voorzij
de toont een symbolische voorstelling
met een in die tijd geliefd motief voor
zilveren of gouden bruiloften: de Tijd,
in de gedaante van een gevleugelde
oude man, met zeis en zandloper, met
links en rechts van hem een obelisk,
met op ene sokkel een L 50) en op
de andere het getal 50.
De tweede penning is geslagen ter ge
legenheid van het 25 jarige huwelijk
87