hoogtepun- t laatste boek ancipatie. Zij nes Bosboom tan het begin kt is de pen- ;ie en accou- p 12 october r 1987 gesla- het Medisch enschappelijk de medische ■daan in het enning toont gang van het iningen ont- n penningen atief pennin- de 17e eeuw eeuw waren ïsterdam een van pennin- verschillende lar niet altijd ameen. Men herinnering n overlijden oei van deze voort tot het e een derge voorstelling, net het por- elijk om een dan ruimte ie algemene 46. Voorzijde van de zilveren begrafen ispenn ing van Cornelis Buisman (0 54 mm). Dit is een typisch voorbeeld van een algemeen gangbare ajbeelding op een dergelijke penning. begrafenispenningen zijn meestal de symbolische tekens van de dood weergegeven, zoals een doodshoofd, beenderen en een (gevleugelde) zandloper. Het grootste aantal familiepenningen heeft betrekking op het huwelijk. Ze werden dan weggegeven aan familie en goede vrienden. Ook op overlijden zijn veel penningen vervaardigd; daarmee werden de vrien den die de overledene ten grave hadden gedragen begiftigd. De beste medailleurs van Nederland heb ben zich met het vervaardigen van deze penningen bezig gehouden. Een typisch Nederlandse penningvorm uit de zeven tiende eeuw is de plaquettepenning. De twee zijden van deze soort werden apart gegoten waardoor een hoog reliëf kon worden aangebracht. Tussen 1645 en 1675 werden deze penningen voorname lijk gemaakt door drie bekende Amster damse zilversmeden: Pieter van Abeele, Johannes Lutma en Wouter Muller. In het Stedelijk Museum Alkmaar bevinden zich de begrafenispennin gen van Henricus van Olphen, Cornelis Buisman enjacobus ten Dam. Op de voorzijde van de penning voor Van Olphen staan o.a. een naar linksgewend doodshoofd rustend op een sokkel waarop de volgende tekst is gegraveerd: De Doot Is Een Inganck Ten Leven. Boven het doodshoofd staat een walmend olielampje; op een lint (banderolle) staat gegraveerd: Salig Sijn de Dooden die in den Heere Sterven. De keerzij de is gevuld met een gegraveerde tekst ter nagedachtenis. In het boek "Nederlandsche Gedenkpenningen verklaard" door Jeronimo de Vries en Johannes Cornelis de Jonge (1829) staan de volgende bijzonderheden over Henricus van Olphen: "Wij hebben weinig andere bijzonderheden van deze Nederduitsch hervormden Leeraar en Opziener der Latijnsche School te Alkmaar kunnen inwinnen, dan op den penning vermeld staan. Te Leijden in 1648 geboren, diende hij, denkelijk als Prediker, eerst bij het gezant schap van den Staat in Denemarken, werd daarna Leeraar te Wormerveer, toen te Weesp, en eindelijk in 1679 te Alkmaar, waar hij in 1712 overleed in den ouderdom van 64 jaren, na 33 jaren aldaar het predikambt, en 24 jaren het Curatorschap voormeld, te hebben waar genomen. Hij schijnt er zeer geacht geweest te zijn. Zijne betrekkin gen tot de Latijnsche school en dat hij driemaal tot de Noord- 85

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1993 | | pagina 84