De recepissen van Alkmaar
drs. N.L.M. Arkesteijn
Zoals bekend vond in 1789 in Frankrijk een revolude plaats, die op
allerlei terreinen voor een groot aantal andere landen gevolgen zou heb
ben. Zo was de grootschalige invoering van papiergeld in Europa ter
financiering van oorlogen een noviteit, hoewel papiergeld op zich noch
in Frankrijk, noch in veel andere landen nieuw was. De papieren zoge
naamde assignaten werden aanvankelijk nog wel gedekt door de waarde
van de Nationale (en genationaliseerde) Domeinen; later was er geen
sprake meer van enige dekking en trad mede daardoor ook enorme
inflatie op. Niettemin werden in deze periode in een aantal Europese
landen, waaronder de Nederlanden, vormen van papiergeld ingevoerd,
zij het meestal noodgedwongen.
Over de uitgifte van papiergeld in de stad Alkmaar in 1795 gaat het
hierna volgende verhaal.
Inleiding
Op 1 februari 1793 had de Franse Nationale Vergadering de oorlog ver
klaard aan Koning George III van Engeland en Willem V, stadhouder
van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Het Franse Noorderleger
onder bevel van Generaal Pichegru overschreed na eerdere vergeefse
pogingen de Staatse grenzen in september 1794. Toen op 27 december
de grote rivieren waren dichtgevroren werd een grootscheepse aanval
ingezet. De provincie Utrecht capituleerde op 15 januari 1795 te
Culemborg en twee dagen later verscheen Generaal Herman Willem
Daendels, een van de vele in 1788 naar Frankrijk uitgeweken en thans
terugkerende patriotten, met zijn leger in Leerdam en riep van daaruit
zijn medepatriotten in geheel Holland op zich te bevrijden van de oude
machthebbers. Vanuit Maarssen zond hij op 18 januari G. Kraijenhoff
naar Amsterdam, waar al een dag later door het Comité Revolutionair
een nieuw bestuur werd geformeerd.
Dit bericht bereikte Alkmaar al in de loop van dezelfde ochtend samen
met allerlei geruchten. Adriaan Klaver, die in 1788 wegens patriotse
activiteiten als hoofdschout was afgezet, spoedde zich met andere leden
van het Alkmaarse Comité Revolutionair naar het stadhuis, vroeg de
President Burgemeester Mr. Pieter Binkhorst te spreken en nam hem de
sleutel van de wapenkamer af. De buiten wachtende burgers werden
daarop door hem van wapens voorzien. Op 20 januari om 13.00 uur
werd na een bijeenkomst op het Doelenplein het stadsbestuur afgezet.
55