54. Letterlijk besloten de "Magistraten van de Steede van Westfriesland, representee-
rende de Staaten van de zelve Landen, namelijk Hoorn, Enkhuysen en
Medemblik" in deze akte "die privilegiën van de heerlickheyt, steden ende
landen van West-Vrieslandt te maincteneren, handhouden ende bescermen, ende
consequentelick met den begoste munte genaemt den rijcksdalers, mitgaders den
ducaet, geslagen nae den valeur ende gewichte van den Ungariscen ducaet
(omme de koop-handel ende neeringe op oostlandt te accomoderen) voort te
gaen". Verderop in deze akte staat nog; "ende ingevallen de landen van
Westvriesland in het generaal ofte eenige steeden of ingeseetenen van dien in het
particulier eenige hinder moeijenisse ofte letsel overkwamen, door het hand
houden exerceren en gebruijken van heure voorsz. privilegiën ende geregtighe-
den, ende in sonderheijt in het fait van de Munte, hetzij bij eenige Provinciën
Steden ofte Leeden van dien, ofte bij eenige andere manieren, hebben die
Magistraten van de voorsz. steden respective sig naader ende particulierlijker met
den anderen geconfedereert, verbonden en vereenigt...".
Alkmaar kwam dus in dit hele stuk niet voor. In het hier na te noemen politiek
steekspel tussen de drie Westfriese steden enerzijds en Alkmaar en haar bondge
noten anderzijds werd op 16 januari 1591 bij wijze van toegeeflijkheid aan
Alkmaar aangeboden haar naam ook op te nemen in dit akkoord.
Archiefdienst Westfriese Gemeenten, Hoorn, Oud Archief Gemeente Hoorn
(voortaan afgekort als AWG OAH) 450, een 17e eeuwse kopie is te vinden in
163 f 425-428 en een transcriptie in Handtvesten van Enchuysen f 97-98. C.W.
Bruinvis De strijd om de Westfriese Munt p. 221
55. Purmerend behoorde volgens de drie steden in het geheel niet in aanmerking te
komen voor een plaats in de Gecommitteerde Raden.
C.W. Bruinvis De strijd om de Westfriese Munt p. 211.
56. Voor een uitgebreid overzicht van dit politieke steekspel zie: C.W. Bruinvis De
strijd om de Westfriesche Munt p. 211-224.
57. C.W. Bruinvis De strijd om de Westfriese Munt p. 222-223. Volgens mededeling
van drs. C. Streefkerk, regionaal archivaris, bevatten de stadsrekeningen in deze
jaren geen post inkomsten uit de Munt.
58. W.J. Boudesteijn Muntslag te Gorinchem 1583-1591 Gorinchem 1992 in:
Historische reeks Oud-Gorcum 5, p. 5.
59. SAA 94 f 103-103v (10-06-1589).
60. I.E.A. Dorrestijn Muntmeesters van West-Friesland 1586-1795 p. 86.
61. Balthasars andere zoons Melchior en Balthasar jr. waren op dat moment samen
muntmeester te Kampen; L.W.A. Besier Muntmeester en hun muntslag in de
provinciale en stedelijke munthuizen van de Republiek der vereenigde
Nederlanden in: Negen en dertigste Algemeen verslag van het Munt-College over 1889
p. 99.
62. Zijn naam wordt ook wel geschreven als Vlaming of Vlamick, net als leden van
de muntmeestersfamilie Wijntges ook te boek staan als Wijntgis en die van Vai
Ruijmond als Van Romond of Van Romunde. Wijntges was gehuwd met Ann.
Fleming, zuster van Hans Fleming, dochter van Jasper Fleming, muntmeester te
Roermond, Mühlheim, Bergh, Maastricht, Nijmegen, Luik en Groningen.
F.B.M. Tangelder Muntheer en muntmeester: een studie over het Berghse muntprivilege
in de tweede helft der zestiende eeuw Arnhem, 1955 p. 91-93; I.E.A. Dorrestijn
Westfriese Muntmeesters p. 69.
44