opdracht te pleiten voor vestiging van de op te richten Munt binnen
haar eigen muren, tenminste voor de eerste driejaar50. De volgende dag
werd in de vergadering van Gecommitteerde Raden te Hoorn echter
anders besloten. Bij meerderheid van stemmen werd bepaald dat de
Munt de eerste drie jaar binnen Hoorn gevestigd zou worden. Daarna
zou Alkmaar aan de beurt zijn voor eenzelfde termijn en Enkhuizen als
laatste. Ook werd bepaald dat de opbrengst van de Munt ten goede zou
komen van West-Friesland en het Noorderkwartier samen en dat op
de muntstukken als omschrift zou worden geplaatst: MONETA
NO:ARG:DOMIN:WEST FRISIAE (nieuw zilvergeld van de heerlijk
heid West-Friesland) en op de andere zijde DEVS FORTITVDO ET
SPES NOSTRA (God is onze kracht en hoop)51.
Inmiddels was op dezelfde dag de voormalig muntmeester van Deventer
Balthasar Wijntges tot muntmeester te Hoorn benoemd52. De Munt
werd opgericht in het pand van het vroe
gere St. Catharina Klooster, gelegen aan
wat later de Muntstraat moet zijn gaan
heten53.
Dat de drie Westfriese steden Hoorn
Enkhuizen en Medemblik al in een zeei
vroeg stadium op het gebied van de
Munt niet met Alkmaar samenwerkten
blijkt onder andere uit een door hen op
24 januari 1587 gesloten 'Eeuwit
geslagen. ^■ilIIP Verbond'. Hierin bevestigden zij hui:
samenwerking "nu ende ten eeuwighei
daghen", speciaal op het terrein van de muntslag54. Inhakend op he
plakkaat van 4 augustus 1586 stelden zij dat ook alle andere munten
door de Generaalmeesters toegestaan of nog toe te staan, zouden mogei
worden aangemunt. Bij eventuele problemen over de muntprodukti
zouden zij ook eenstemmig de bescherming van het recht van munt uit
voeren.
In augustus 1589 zou aan de eerste periode van driejaar van vestigin
van de Munt te Hoorn een einde komen. De drie Westfriese steden
startten, waarschijnlijk onder leiding van de gedeputeerde van Hoorn, i i
de vergadering van de Gecommitteerde Raden van het Noorder
kwartier een politiek spel om de macht van Alkmaar in deze vergade
ring te reduceren. Achterliggend plan was het voorkomen dat Alkmaar
de Munt binnen haar muren zou krijgen. In de vergadering van de
Gecommitteerde Raden te Hoorn van 28 maart 1589 lanceerden de
drie Westfriese steden gezamenlijk het voorstel - zogenaamd uit oog-
15. Westfriese munt
zoals na 1586
26