de uitvoering van het besluit van de Staten van Holland de op dat
moment circulerende munten te voorzien van een speciaal stempel en
zodanig de koers van de muntstukken te verhogen met 15%37.
Voor zover bekend zijn deze plannen tot oprichting van een eigen
munthuis in het Noorderkwartier niet uitgevoerd. Een andere reden dan
dat het blijkbaar toch nog te vroeg was voor een eigen Munt in het
Noorderkwartier is, vanwege het ontbreken van enig archiefmateriaal
over de afloop van deze kwestie, niet bekend.
Ruim 13 jaar later werd te Hoorn de Westfriese Munt opgericht. Twee
jaar daarvóór, in 1584, hadden de bestuurders van Hoorn geheel zelf
standig uitvoering gegeven aan de reeds genoemde resolutie van de
Staten van Holland van 20 mei 158338. In dit stedelijk munthuis van
Hoorn zijn zilveren rijksdaalders geheel naar Hollands model geslagen,
waarop als enig onderscheidingsteken van de stukken die te Dordrecht
werden vervaardigd een hoorntje onder het wapenschild op de keerzijde
was geplaatst. Hoewel de Staten van Holland niet meer het bestuursli
chaam over het gehele voormalige gewest was, vonden zij dat het accep
teren van dit tweede munthuis in hun provincie te ver zou gaan. Ze
stuurden daarom twee afgezanten naar Hoorn om de Munt te laten slui
ten, de stempels en de instrumenten in beslag te nemen en de munt
meester en de gezellen kenbaar te maken dat hun vergrijp viel onder de
'crimen laesae majestatis'39. De beide 'Gecommitteerden' waren op 8
juni 1584 aanwezig in de vergadering van Schout, Burgemeesteren en
Schepenen van Hoorn om daar namens de Staten van Holland de klacht
tegen de clandestiene oprichting van een Munt te verwoorden4".
Veertien dagen later deden de beide afgezanten, terug in Den Haag,
staande de vergadering verslag van hun reis41. Zij brachten een akte mee,
waarin "die van Hoorn" verklaarden niets tegen de wil van het soeverei
ne gezag hebben willen ondernemen, maar te handelen in overeenstem-
1 4. Voor- en keerzijde
van de Hollandse
Rijksdaalder
1584 met het
portret van
Willem van
Oranje. Onder
het wapen staat
het 'hoorntje'
waardoor dit stuk
wordt
toegeschreven aan
de Munt te
Hoorn
(0 42 mm).
24