het regelmatig bezoeken van de munthuizen en het onderzoeken van
de muntcirculatie ter controle op de naleving van de muntordonnan
ties;
het onderzoeken van de muntbus, een afgesloten houten kist, waarin
de waardijn van de Munt volgens zijn instructie en de algemene or
donnanties een voorgeschreven aantal stukken - representatief voor de
door de muntmeester afgeleverde partij - diende te deponeren. Op
grond van de resultaten van het onderzoek op gehalte en gewicht van
deze stukken en op de in de waardijnsregisters vermelde aantallen ge
produceerde munten berekenden zij de verschuldigde sleischat. Ook
berekenden zij, bij eventueel geconstateerde tekorten in gewicht of
gehalte, de door de muntmeester te betalen boetes.
de Staten-Generaal en andere bestuurslichamen dienen van advies in
nruntzaken24.
Hierbij dient te worden opgemerkt dat de positie van dit College tegen
over de muntheer - in dit geval de provincie of de stad met muntrecht -
niet erg sterk was. De muntheer was niet verplicht de aanbevelingen van
de Generaalmeesters op te volgen of de berekende sleischatten te innen.
De muntheer oefende normaliter ook controle op de activiteiten van de
Munt uit, zij het niet altijd even stipt en objectief als de
Generaalmeesters dat graag gezien hadden. Binnen de organisatie van de
Munt stelde de muntheer twee officieren met een controlerende taak
aan: de waardijn en de essayeur25. Deze 'officieren van de Munt' werden
over het algemeen door de muntheer voorgedragen. Volgens de
Generaalmeesters mochten zij pas in functie treden na het, in hun han
den, afleggen van de eed op de instructie.
De waardijn was onafhankelijk van de muntmeester en had als taak
namens de muntheer de produktie van het munthuis te controleren. Hij
moest dit doen door aanwezig te zijn bij de afleveringen binnen de
Munt en daarvan een administratie, het waardijnsregister, bij te houden.
Ook het bewaren van de stempels, het toezicht op het onderhoud van
de gebouwen en bemoeienis in geschillen tussen de muntmeester en de
gezellen behoorden tot zijn taak21'.
De essayeur was de chemisch-analist van de Munt, verantwoordelijk
voor de controle op het juiste gehalte van de in de Munt gebruikte
edele metalen. In tegenstelling tot de waardijn was de essayeur wel
ondergeschikt aan de muntmeester. Hij moest op aanwijzen van de
muntmeester gehalteproeven nemen vóór, tijdens en na de vervaardiging
van de munten. De resultaten van zijn proefnemingen diende hij in
sommige gevallen schriftelijk mee te delen aan de waardijn, die op
20