goed voor elkaar. In zijn eentje onderhoudt hij nauwe contacten met de
negen leden. De inkomsten uit rente en provisie zijn over het eerste
boekjaar al voldoende om de kosten te dekken. Er wordt zelfs al een
begin gemaakt met de vorming van een eigen reservefonds.
In 1920 zijn er al twintig leden aangesloten bij de coöperatie, waaronder
de kaasafzetvereniging Westfriesland Hoorn en de meelmaalderijen De
Volharding uit Opmeer, De Goede Verwachting uit Zijpe en de gelijk
namige maalderij te Heerhugowaard. De vierde maalderij is De Ster te
Barsingerhorn. Twee jaar na de oprichting is de kasomzet vijf millioen
gulden hoger dan het voorgaande jaar en kan er achtduizend gulden in
het reservefonds worden gestort. De bank voor zuivel- en landbouwver-
enigingen in Alkmaar blijkt een goede grond van bestaan te hebben.
Groei
Directeur Dokter heeft al in oktober 1919 meer ruimte gekregen in het
Landbouwhuis en hij beschikt inmiddels over drie bedienden. Het kan
toor op de Voordam is alleen zaterdagmiddag en zondag gesloten. Wie
na zes uur telefonisch contact wil leggen met de bankdirecteur wordt
vriendelijk verzocht het telefoonnummer 556 twee keer achter te draai
en zodat directeur Dokter weet dat het een lid van de zuivelbank is die
hem wil spreken.
De Coöperatieve Zuivelbank timmert alleen aan de weg als het nodig is.
Het brede publiek hoeft in die beginperiode nog niet te worden bereikt.
Wel is de bank een vaste klant op landbouwtentoonstellingen die op
80. Het bestuur van de
Zuivelbank in de
jaren 1931-1933.
Vl.n.r. H. Reijne,
K. Bos, P. Jensma
(secretaris),
G.v.d. Sluis
(voorzitter),
J. Dokter (directeur)
en Th.v.d. Meer.
126