Het bestuur is verantwoording schuldig aan de Raad van Toezicht.
Jaarlijks moeten de financiële stukken, binnen een maand na goedkeu
ring door de algemene ledenvergadering, gedeponeerd worden 'ter grif
fie van het kantongerecht'. Er moet een afschrift naar de centrale bank
te Utrecht worden gezonden. De leden van de Raad van Toezicht
(minimaal vijf leden) worden benoemd door de algemene vergadering.
Drie leden moeten voortkomen uit de voordracht van de Bond van
Zuivelfabrieken in Noord-Holland. Maar er wordt nog veel meer vast
gelegd in de oprichtingsakte.
"Alle geldhandel waaraan enig gevaar is verbonden is volstrekt verbo
den", schrijft een notarisklerk met behulp van inkt en kroontjespen in
de akte. De winst wordt bewaard en tot reservefonds gevormd. Wanneer
het fonds 100.000 gulden en meer bedraagt 'kunnen' deze inkomsten
besteed worden ten bate van de leden. De vereniging wordt in 1918
aangegaan voor een periode van dertig jaar. Op 19 juni wordt de ver
eniging ingeschreven in het register ter griffie van het kantongerecht te
Alkmaar.
Frieslandbank
De oprichting van de Coöperatieve Zuivelbank in 1918 is opgezet naar
goed voorbeeld van de gelijknamige bank die zes jaar eerder in
Leeuwarden was gesticht. Het ontstaan van de bank in Alkmaar hangt
ook nauw samen met de ontwikkeling van de coöperatieve zuivelindus
trie in zowel Friesland als in Noord-Holland. In beide provincies zijn
het de bonden van coöperatieve zuivelfabrieken die het initiatief nemen.
Voor de financiering zijn de zuivelfabrieken in die tijd aangewezen op
de zeer zakelijke hulpverlening van commerciële banken. Het blijkt
voor de fabrieken erg moeilijk te zijn, geld aan te trekken op een andere
manier dan onder persoonlijke borg van bestuursleden van de fabrieken.
Een eigen coöperatieve bankinstelling op basis van wederkerig dienstbe-
stoon en de in een coöperatie gebruikelijke aansprakelijkheidsregeling
lijkt een oplossing te bieden voor de financieringsvraagstukken van de
zuivelfabrieken.
Friesland ging Noord-Holland dus voor. Toen de zeven zuivelfabrieken
in de regio Alkmaar het initiatief tot de stichting van een eigen bankin
stelling namen, stond de Coöperatieve Zuivelbank in Leeuwarden dus
model. Het is daarom niet toevallig, dat de eerste directeur de heer J.
Dokter werd, die zeer nauw betrokken was geweest bij de voorbereiding
en oprichting van de coöperatieve bank in Leeuwarden.