Duitse koning Otto III (983-1002) en zijn opvolgers lieten hun recht van munt uitvoeren in de munthuizen te Deventer en Tiel, terwijl bisschop Balderik (918-975) van Utrecht al in 936 van koning Otto I (936-973) het recht van munt had gekregen. In het noorden waren munthuizen te Bolsward, Dokkum, Leeuwarden en Stavoren, waar gemunt werd op naam van de Friese graven, bijzonder actief. In deze tijd werd voornamelijk de zilveren penning geslagen, een klein muntje met een gewicht van minder dan 1 gram met een niet al te gede tailleerde afbeelding op voor- en keerzijde en een vaak zeer slecht lees baar omschrift. Doordat de macht van de Duitse koningen in onze streken afnam, kon die van de lokale heren toenemen. We zien dan ook dat graven van Holland, graven (later hertogen) van Gelre en tal van steden, naast de al langer op dit gebied actief zijnde bisschoppen van Utrecht, het recht van munt ter hand nemen2. Dat de Utrechtse bisschoppen in de eeuwen die volgden ook buiten het gebied van de tegenwoordige stad en provincie Utrecht macht had den getuigt onder andere de muntslag op hun naam in plaatsen als Amersfoort 1370), Deventer (1046-1474), Groningen (1040-1076), Harderwijk 1375), Hasselt 1400 - begin 16e eeuw), Kampen (1371-1379), Rhenen (±1400-1450), Stavoren (1077-1212), Vollenhoven (1346-1371), Wijk bij Duurstede (1455-1528) en Zaltbommel 1020). Voor de volledigheid dient hier gesteld te worden dat een deel van deze muntactiviteiten buiten het Utrechtse nodig was, omdat het nog al eens is voorgekomen dat de bisschop op dat moment geen toegang had tot de stad. Muntslag in Holland moet begonnen zijn rond het midden van de 11 e eeuw. Graaf Dirk IV (1039-1049) zou een Munt te Rijnsburg geopend hebben. Van een meer continue muntslag is pas sprake sinds graaf Dirk VII (1190-1203). Vanaf deze periode was de Munt vrijwel zonder 8 onderbreking gevestigd te Dordrecht. Het is niet duidelijk of er in die 6. Zilveren denier of penning, zoals bij Avendorp gevonden. De voorzijde toont een bisschop, herkenbaar aan tonsuur en kromstaf (0 12 mm). 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1993 | | pagina 11