men bij deze begrafenisstoeten of 1 e klasse kon worden begraven of 2e klasse. Het verschil zat hem in de wijze van aankleding van de stoet. Bij een 1 e klasse begrafenis bijvoorbeeld waren de begrafenisondernemer en de koetsier van de lijkwagen in plaats van met gewone hoge hoeden uit gedost met grote zwarte fluwelen steken. Bij een heel dure begrafenis werd de lijkkoets wel door twee paarden getrokken. Na de lijkwagen volgden één of meer volgkoetsen die ook wel als trouwkoetsen werden gebruikt, met dien verstande dat de ramen van de koetsjes bij begrafe nissen waren voorzien van zwarte rolgordijntjes. In die rijtuigen moet men zich dan wel geheel afgesloten van de buitenwereld hebben ge voeld. Achterop de volgkoetsen stond dan een lid van het begrafenisper- soneel, die hoog boven het rijtuig uit torende en die als een veldheer de gehele stoet overzag. De paardetramwagen Men sprak van de paardetram. De route liep van het station over de Sta tionsweg via het Scharlo naar de Grote Kerk en verder naar het einde van de Langestraat bij de gewelfde Stenenbrug. Bij de Grote Kerk was er een zijlijn via de Koorstraat en het Ritsevoort naar de Kennemerstraat- weg met als eindpunt de Vier Staten waar een remise was. Toen het tra ject door de Langestraat werd opgeheven kwam er vanaf het kruispunt Koorstraat-Heul een zijlijn de Laat op naar de Limmerhoek, waar toen ook een remise kwam. Vanaf de Limmerhoek konden de reizigers, die Paardetram in de Alkmaarder Hout in 1905 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1993 | | pagina 5