Bijzondere vervoermiddelen in Alkmaar in het 1 P.K. tijdperk In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog en meer speciaal in de jaren 1910-1930 toen er van gemotoriseerd vervoer nog practisch geen sprake was, zag men in Alkmaar vele vervoermiddelen waarbij het paard de hoofdrol speelde. Men verkeerde dus nog geheel in het tijdperk van één of enkele paardekrachten. Van welke vervoermiddelen dan wel sprake was? Er waren er heel wat in die jaren zoals in alfabetische volgorde: de gevangeniswagen, de Jan Pleizier, de lijkwagen met volgkoetsen, de paardetramwagen, de putjesschepperwagen, de sproeiwagen, de tonnen- wagen, de trouwkoetsjes, de vuilniswagen en tenslotte de waterwagen. Het idee om over deze vervoermiddelen enkele bijzonderheden te ver tellen kwam bij mij op toen ik in de vele publicaties over het Alkmaar van die jaren een foto tegenkwam van het bekende orgel van Bram de Wilde, welk orgel getrokken werd door een paard. In enkele, maar jammer genoeg heel weinige gevallen kunnen afbeel dingen uit die jaren een en ander verduidelijken. De gevangeniswagen Deze werd in de volksmond ook wel de "boevenwagen" genoemd. Hij werd gebruikt voor het vervoer van gedetineerden, die of bij het Huis van Bewaring in de Bergerhout moesten worden afgeleverd (in afwach ting van de behandeling van hun strafzaak) dan wel vervoerd werden naar de strafgevangenis "De Schutterswei" in de Alkmaarder Hout. De jeugd van toen die de "boevenwagen" zag aankomen, rende dan uit nieuwsgierigheid naar de genoemde gebouwen om te kijken welke "boeven" er uitkwamen. De gedetineerden waren meestal geboeid en werden onder begeleiding van twee rijksveldwachters afgeleverd. Ook bij het station stond de wa gen vaak klaar om de per trein aankomende gedetineerden in ontvangst te nemen. De gevangenen werden in een aparte spoorwegcoupé ver voerd, afgezonderd van de andere reizigers. Vaak waren ze ook nog aan elkaar geboeid om ontsnapping te voorkomen. De wagen was een dichte wagen waarin zich enkele kleine cellen be vonden, terwijl boven op de wagen enkele luchtkokers te zien waren. Aan de achterzijde was een kleine open ruimte waar de begeleidende rijksveldwachters plaatsnamen. Een bijzonderheid was dat de gedetineerden soms een masker droegen om hun identiteit te verbergen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1993 | | pagina 3