3eeldenstorm e hebben de 1 na de inna- ing van Alk- in veiligheid, it 5 een goed rteerd en van vlgr.J.J. Graaf ie van St. Je- :elfs voor een beenstukjes lere waren te 957 en 1983 deine stukjes in Egmond n bewaard. een deel van vledische Fa de schedel te ïmogelijk op iegd." De re ende belang- niet de helft had een dik kele partikels lge van vuur. ing is slechts at de schedel inenzijde van breuk alleen enkele parti- lypothetische 1 gedeeltelijk ten werd ge- illen of gooi- achterhaalba- hedelcalotte, ;n en schou- Ajb. I: Drie stukjes been. Links boven: bij poging tot inzagen breekt het brosse been onregelmatig en scheef dwarsdoor. Tussen beide bovenste stukjes zijn de te rechte oudtijdse afsnijdingen te zien. Het onderste stukje, door ons gebroken, geeft een niet recht breukvlak. derbladen, 12 van handen en voeten en 120 van de lange pijpbeenderen, samen ongeveer 1100 gram. Maat kon nu een groot gedeelte van het schedeldak reconstrueren. Zijn diagnose was tenslotte: man van tussen 40 en 50 jaar. Aangezien bij de schedelstukken een perkamentje met 10de eeuws handschrift werd aangetroffen concludeert Maat dat de brand moet heb ben plaatsgevonden vóór de toevoeging daarvan en hij beschouwt de brand als een grote brand. Tenslotte zegt hij dat zijn bevindingen passen bij de hypothese dat het hier gaat om een brand in het door Dirk I ge bouwde nonnenklooster. Blijkens zijn verwijzing hierover is echter be doeld Dirk 1 (bis). Belangrijk zijn hier verder nog drie bevindingen aan het door hem on derzochte materiaal: a). kleurschakeringen van bruin (lichtverbrand) via blauw-zwart (verkoold, dwz. door onvolledige verbranding is er nog veel organische koolstof achtergebleven), naar grijswit (gecalcineerd, dwz. door volledige verbranding is slechts het anorganische bestanddeel achtergebleven), b). de pijpbeenderen laten fraai het verloop in graad van verbranding zien: van licht verbrand naar volkomen verkoold en c) uit het doorlopen van de calcineringgrens op de schedeldakreconstructie blijkt dat het nog intact moet zijn geweest bij de aanvang van de brand. Hij gaat daarbij aan de reeds in onderzoek I opgemerkte raadselachtige calcineringsverschijnselen aan de binnenzijde van de schedel voorbij. III. In november 1987 stuurde Cordfunke mij drie stukjes verbrand been van het skelet (resp. 0,9, 1,0 en 1,1 gram) met de bedoeling dat Prof. Vogel deze zou voorbereiden voor een C14 datering in een kern- 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1993 | | pagina 13