Speurtocht naar een onbekende "portraiteur"
Twee van de hierbij afgebeelde portretten (afb. 1 en 2) -in familiebezit-
waren aanleiding om eens na te gaan wie de maker ervan zou kunnen
zijn. Afgebeeld zijn Joannes Maas (1760 of'61 - 1814) en zijn echtge
note Wilhelmina van der Kaay (1774 - 1815), een Alkmaars echtpaar, al
waren beiden van elders afkomstig: hij uit Wintelree (N.B.) en zij uit
's Gravesande.
Toen ik een aantal jaren geleden de reproducties ervan aan de toenmali
ge archivaris de heer Th.P.H. Wortel liet zien, verraste hij mij door
onmiddellijk een tweede stel portretten, onmiskenbaar van dezelfde
hand, te voorschijn te halen uit de gemeentelijke prentverzameling (afb.
3 en 4). Gelukkig is ook van deze portretten bekend wie zij voorstellen:
Harmanus Masdorp - 1817) en zijn echtgenote Hendrina Limpers
(1772 - 1835). Het feit dat bekend is wie hier voorgesteld zijn, gecom
bineerd met de mogelijkheid de portretten te vergelijken, leverde nogal
wat gegevens op. Beide paren zijn in 1800 in Alkmaar getrouwd en ble
ven er wonen. Jan Maas stierfin 1814, zijn vrouw in 1815; datering bin
nen de periode 1800-1814 ligt dus voor de hand.
Vergelijking van de twee portrettenparen maakt een en ander duidelijk
over de werkwijze van de schilder. Beide vertonen precies hetzelfde
interieur: een donkere achtergrond met panelen waarop arcadische land
schappen te onderscheiden zijn; een vloerkleed met steeds hetzelfde
doorlopende patroon; een tafel verdeeld over de twee pendanten met
daaraan gezeten links de man en rechts de vrouw. Er is slechts variatie in
de kleding en in enkele attributen. Beide heren hebben paperassen voor
zich op tafel en pen en inkt. Jan Maas heeft zijn hondje aan zijn voeten,
Harman Masdorp rookt kennelijk graag een pijp. Zijn vrouw heeft een
goudviskom voor zich, mevrouw Maas het koffieblad. Beide dames
breien of haken en een vaasje met bloemen vrolijk hun interieurhelft op.
De tekeningen, waarschijnlijk kunnen we van gouache (of tempera?)
spreken, zijn uitgevoerd in een dekkende verf op papier, veel goedkope
re materialen dan olieverf en doek of paneel, maar waarschijnlijk wel
met de opzet het resultaat daarvan zo dicht mogelijk te benaderen. Men
zou zich kunnen voorstellen dat de schilder steeds van te voren door
middel van een calque zijn opzet op papier overbracht, en dat hij binnen
dat vaste schema de grootste aandacht schonk aan de persoonlijke
details: de gelijkenis, de kleding en de attributen. De anatomie was niet
zijn sterkste kant, maar de tekortkomingen wist hij aardig te verhullen
door de kleding. Voor een zo goed mogelijke gelijkenis hield hij zich
aan uitbeelding en profil, wat de minste risico's biedt. De portretten
3