het zich nauwelijks voorstellen. Alkmaar was echter niet een op zichzelf
staand geval, door heel Nederland waarde in die jaren het sanerings-
spook rond. Oudheidkundige verenigingen en actiegroepen hebben uit
eindelijk het tij gekeerd en ervoor gezorgd, dat de overheid zich bewust
werd van de waarde van een historische binnenstad. De heer Reder
heeft als ambtenaar monumentenzorg niet lang kunnen genieten van dit
klimaat, hij droeg in 1971 zijn werk over aan mijn oud collega L.F.M.
Landzaat en ging met pensioen. Hij had in zijn periode veel werk verzet
en zijn schitterende tekeningen dwingen nog steeds grote bewondering
af.
Restauraties die onder zijn toezicht zijn uitgevoerd kenmerken zich
door ambachtelijk vakmanschap en de neiging tot reconstructie. Het is
bovendien ongetwijfeld aan de heer Reder te danken dat Alkmaar al in
een vroeg stadium liet belang van archeologisch onderzoek ging inzien.
In 1958 voerde hij, in de bouwput van de Hema, zijn eerste onderzoek
uit. In het begin alleen en later in teamverband met de amateurarcheo-
loog E.H.P. Cordfunke, trachtte hij middeleeuws Alkmaar in kaart te
brengen.
In de zeventiger- en tachtiger jaren, "De periode Landzaat", veranderde
de rol van monumentenzorg definitief. De zorg voor het monument
werd een integraal deel van de stadsvernieuwing en in samenhang met
andere beleidsterreinen ter hand genomen.
In 1976, een jaar na het monumentenjaar, wist Alkmaar de rijksoverheid
te overtuigen van de kwaliteit van deze aanpak. De stad kwam, samen
met veertien andere steden, in aanmerking voor extra financiële steun
en de ambitieuze plannen konden worden uitgevoerd. Er is gesloopt, er
zijn talloze panden gerestaureerd en gerenoveerd, er zijn bruggen en
kademuren hersteld, storende bedrijven verplaatst, de woonomgeving is
verbeterd en er is nieuwbouw ontwikkeld.
Het zijn jaren geweest waarin de bouwproduktie voorop stond. Als
onderdeel van het team, dat onder leiding van wethouder P. IJssels, de
stadsvernieuwing uitvoerde had de gemeentelijke monumentenzorg de
handen vol aan het ontwikkelen en begeleiden van restauratieplannen.
Een ieder die zich de stad nog herinnert van voor 1976 zal beamen, dat
er ongekende prestaties zijn geleverd. Toen Landzaat in 1990 afscheid
nam, was er van verpaupering geen sprake meer.
Vanaf 1972 had ik onder zijn bezielende leiding meegewerkt aan de tot
standkoming van deze situatie en ik nam met veel genoegen het estafette
stokje over. De decentralisatie van rijkstaken kondigde zich aan en er
wachtte de gemeente stormachtige tijden. Monumentenzorg was, vanaf
de inwerkingtreding van de monumentenwet in 1967, altijd een
20