stilte het station en met dit feit was het groote drama voltrokken, een
drama zooals nimmer tevoren in ons goede land voor mogelijk zou zijn
gehouden.
In Amsterdam mochten we ook alweer niet gaan waarheen we wilden,
doch eerstens moesten we ons vestigen in de aangewezen Joodsche wij
ken, en tweedens mochten we daar niet zelf een woning huren, zoo de
ze te krijgen zou zijn, doch we moesten bij anderen gaan inwonen. U
zult de groote moeilijkheid voelen om bij volslagen vreemden te moe
ten gaan inwonen en deze dwang verhoogde in niet geringe mate ons
leed van deze gedwongen verplaatsing.
Wat mijn gezin betrof, wij werden liefdevol bij familie opgenomen en
zouden daar kunnen blijven net zoolang tot we iets naar onze zin ge
vonden hadden om daar dan weer zoo goed en kwaad als dat ging, op
ons zelf te gaan wonen.
De eerste week brachten we door in rust teneinde weer wat op peil te
komen van alle achter ons liggende emoties, want in de afgeloopen da
gen waren deze al te veelvuldig en te diep ingrijpend geweest. Daarna
ging ik op "luiizenzoeken" af en slaagde tenslotte vrij goed, ofschoon
het in geen vergelijking was met datgene wat we hebben moeten ach
terlaten. Het scheen ons toe dat we de laagste trede bereikt hadden wat
betreft soberheid van woning en wat hieraan verder vastzat. De men-
schen waar we bij kwamen inwonen waren wel geschikt en we konden
tenslotte wel met elkaar overweg, doch het blijft iets zeer onaangenaams
allerlei dingen met vreemden te moeten deelen. Later zou ons deze so
bere woning nog een paleis van Oosterse weelde geleken hebben met
datgene wat ons nog te wachten zou staan.
Intusschen stelden we het adres van ons nieuw "tehuis" aan onze vrien
den in kennis, waarna het niet lang duurde of bijna dagelijks verscheen
dan deze en dan gene om ons te komen bezoeken en deze zoo talrijke
bezoeken zijn ons in die moeilijke dagen tot groote steun geweest het
geen zich laat begrijpen. Nadat de vrienden er kennis van gekregen
hadden dat mijn Vrouw twee uur in een rij moest staan voor twee bos
wortelen, werd sedertdien eenmaal of tweemaal per week zooveel
groenten-vruchten-aardappelen en dergelijke opgezonden, dat we nim
mermeer voor een cent voor deze artikelen besteed hebben in Amster
dam. De hoeveelheid van het gezondene was zoodanig dat meerdere
anderen van onze overvloed konden meeprofiteeren. Hulde aan onze
vrienden die dit een half jaar lang hebben volgehouden en dit stellig
ook tot een onbeperkte tijd zouden hebben volgehouden indien dit zou
hebben gekund.
Gedurende heel den tijd die we in Amsterdam doorbrachten is mijn
94