eenmansschool werd begonnen met circa twintig leerlingen waarvan er
ook verschillende uit omliggende plaatsen moesten komen, want ook
die kinderen die als eenigste in hun plaats waren mochten niet langer
hun school bezoeken. Vermeld dient nog te worden dat sedert Mei
1941 het aan doctoren en advocaten verboden werd hun werk voort te
zetten en werden tegelijkertijd alle personen ontslagen die een over-
heidsbetrekking hadden.
Voor Januari 1942 moest iedere inwoner van ons land boven de vastge
stelde leeftijd een persoonsbewijs hebben, en ofschoon we eerst nog
dachten dat wij wel niet in aanmerking zouden komen, bleek dit niet
het geval te zijn, integendeel we ontvingen een nog mooier persoonsb-
vewijs dan de overige inwoners met een versiering J er op.
Dit was het eerste gevolg van de aangifte van het aantal Joodsche groot
ouders waarvan ik op blad 5 melding maakte. Later zou blijken hoeveel
last we van die J. nog zouden ondervinden, al liet zich dit niet direct
aanzien.
Vanaf dien tijd ging het snel bergafwaarts met ons en waren we een
speelbal geworden in handen van zoodanige verdrukkers als de mensch-
heid nog nimmer heeft gekend. Met een bewonderenswaardige scherp
zinnigheid bedachten onze beulen maatregelen, waarvan men nimmer
het bestaan ooit vermoed had en die overal in ons aan vrijheid gewende
land afschuw verwekten, doch helaas de tenuitvoerlegging niet konden
verhinderen.
Najaar 1941 werd gestolen het geheele bezit en gebouw van de Firma
Lippman-Rosenthal; een te Amsterdam gevestigd bankbedrijf van mid
delbare grootte. Met deze dieverij hadden de heeren groote plannen
welke ze dan ook geheel ten uitvoer gebracht hebben. Evenals met alk
geroofde groote zaken liet men de min of meer Joodsch klinkende na
men bestaan zoodat de massa der oningewijden niet anders dacht o
men kocht nog bij de echte firma. Zoo sprak men b.v. nog steeds wij
koopen bij Gerzon - of Hirsch - of de Beyenkorf - Speyer en zooveel
anderen (Bonneterie). Wat betreft de hierboven genoemde bankfirma
men liet ook deze Joodsche namen intact, ofschoon men alles tot de
laatste postzegel toe gestolen had.
Intusschen hadden de heeren tijd gehad de ingevulde formulieren
waarvan ik op blad 6 spreek grondig te bestudeeren en na deze studk
werden we plotseling verrast al onze bezittingen aan geld-huizen-effec-
ten-land en sieraden "over te doen boeken" naar de Firma Lippman- B"eJ
Rosenthal en Co. zonder dat hier verder over gecorrespondeerd werd.
Persoonlijk heb ik mij niet per omgaande gelegenheid van deze eervolle sv/jo,
opdracht gekweten, en ofschoon men ook mij natuurlijk deerlijk heeft I Marj
86