Aanmeldingsplicht wan personen wan
geheel of gedeeltelijk joodschen bloede.
DE BURGEMEESTER DER GEMEENTE A km aar
maakt bekend, dat ingevolge de verordening van den rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied d.d. 10 Januari 1941, no. 6-1941, alle personen, die geheel of ge
deeltelijk van joodschen bloede zijn en hun verblijf hebben in het bezette Nederlandsche
gebied, aangemeld moeten worden overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Een persoon wordt als geheel of gedeeltelijk van joodschen bloede beschouwd,
indien hij van ten minste één naar het ras voljoodschen grootouder stamt.
Een grootouder wordt zonder meer als voljoodsch aangemerkt, wanneer deze
tot de joodsch-kerkelijke gemeenschap behoord heeft of behoort.
Rij_i-iA/ijfftl nf ftftn .pflPRnnn alc gphppl nf qftriindt.nl i jlf wnnjfl
worden aangemerkt, beslist daarover op ged^ji^Lfijxzook'dérTÏjKscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied of t^itooTPrberfrSan ge wezen instantie.
Tot het doen van eenjAustfanlQ'verzoek is gerechtigd:
1. iedere Duitsche^hljttrntie in het bezette Nederlandsche gebied;
2. de^mbténaaf voor de aanmelding;
3^-- cfe betrokkene.
pagan de Mi hul uurste'trd'issdoelde-bestlssiiiy is-qoonof4oi voui ilenliiy 'LUUyumieir:
Tot aanmelding is gehouden de persoon, die aangemeld moot worden.
IVloet een handelingsonbekwame of een persoon, wiens handelingsbekwaamheid
beperkt is, wordon aangemeld, dan zijn in diens plaats zijn wettelijke vertegenwoordiger
en degenen, die de daadwerkelijke zorg voor dien persoon op zich hebben genomen, tot
de aanmelding gehouden.
Do aanmelding moet geschieden vóór 24 Februari a.s. De aanmelding geschiedt
schriftelijk bij don burgemeester, UITSLUITEND met gebruikmaking van een door den
secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken vastgesteld formu
lier. Deze formulieren zijn kosteloos verkrijgbaar ter seoretarle dezer gemeente
Alkmaar- iaAotm.-1
J v
f, xiaL angtwuifl- wcmm-Uigeinverct-rwfyraT'mrrTwrr na mu van
esteld bewijo afgegeven, waaruxi 1_blijkt dat dozo aan zijn-*»*»—
aangeméiöftn popeomr-geste
p tócËtlEgan- beeft—vufthran
De aangemelde persoon moet voor de uitreiking van het aanmeldingsbewijs één
gulden aan leges vooruitbetalen. Is hij niet in staat deze kosten te betalen, dan is, al naar
gelang tot welke hij behoort, de plaatselijk in aanmerking komende Israëlietisch ker
kelijke gemeente tot betaling der leges verplicht; behoort hij tot geen dezer gemeenten,
dan kan van de betaling van de leges vermindering of vrijstelling worden verleend. In
geen enkel ander geval mogen de leges worden verminderd of mag vrijstelling van de
betaling daarvan worden verleend.
Hij, die tot aanmelding is gehouden, is, ingeval de leges niet op den aangemelde
kunnen worden verhaald, met overeenkomstige toepassing van het in de vorige alinea
bepaalde eveneens aansprakelijk voor de betaling der leges, mits hij ook ten aanzien
van zijn eigen persoon onder de verplichting tot aanmelding valt.
De betaling der verschuldigde leges kan geschieden:
a. in geld bij de inlevering van het aanmeldingsformulier;
b. door storting of overschrijving op gironummer VS~Y3 ten name van
Binnen ^Vier weken na de aanmelding en de betaling van de verschuldigde leges,
wordt het bewijs van aanmelding aan belanghebbende toegezonden of uitgereikt.
leder aangemeld persoon is verplicht het te zijnen name afgegeven bewijs van aan
melding zorgvuldig te bewaren en desgevorderd te vertoonen aan iederen opsporings
ambtenaar, alsmede ter wijziging, aanvulling of vervanging over te leggen aan den bur
gemeester of het hoofd der rijksinspectie van de bevolkingsregisters of aan den door
dezen daartoe aangewezen ambtenaar. --
Lndjen de wnnriinnrriwn wolkanen rjfl VffrplipfrtiTizp$htï3f&fTWuHdlng"tgTr "yI Ulldsiag"
iLggan/flBrst tta 27 Jnn+inri 1040. ontstaandan moot do aanmolding bin-wen-twee "Weke^
na-het-Mt.j-ctofr-de-éa4unekiing-doet ontstaan, worden -gedaan-Dez»4te^mljir-verstrrjkt
evenwei'niet eerder dan op 24 FobruarFa.6
Hij, die door zijn schuld niet aan de op hem rustende verplichting tot aanmelding
voldoet, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren.
Feiten als in de vorige alinea bedoeld zijn misdrijven. (Verbrechen)
Het vermogen van dengene, die overeenkomstig het voorgaande strafbaar is, is
onderworpen aan de bepalingéfl van de verordening 33/1940 betreffende het verbeurd
verklaren van vermogens. n y. /j
Alkmaar -7FEB. Ml 1941.
De burgemeester voornoemd,
A H- Y'c^y lsU-Z~otJLr:fr
84