De herinneringen van Abraham Drukker
Op de hiervolgende bladzijden wil ik trachten weer te geven, hoe ons
leven en lijden geweest is tijdens de Duitsche overheersching. Ik schrijf
hier met opzet, dat ik dit wil trachten weer te geven, want het is ten
eenenmale onmogelijk op de juiste manier onder woorden te brengen
hoe dit lijden in werkelijkheid is geweest, omdat hier eenvoudig niet de
woorden voor te vinden zijn, die dit op werkelijke wijze zouden kun
nen mededeelen. Immers de angsten en gevaren die we hebben door
staan laten zich met beschrijven, evenmin de geweldige hulp en steun
die goede vrienden ons heel die lange tijd steeds en steeds maar weer
opnieuw ons hebben gegeven en wel kunnen we dit verklaren dat, in
dien we dien steun niet zouden hebben gehad, het voor ons een absolu
te onmogelijkheid zou zijn geweest de ontzaglijk lasten te kunnen tor
sen, zoodat zij het in de eerste plaats zijn, die ons door deze bange tij
den hebben heen gewerkt, hetgeen hier allereerst wel eens met buiten-
gewoone dankbaarheid mag worden gememoreerd. Ook hier betreft dit
hetzelfde als bij het doorgestane leed namelijk onze gevoelens van dank
baarheid jegens die vele goede vrienden laten zich evenmin in woorden
uitdrukken. Wel mag gezegd worden dat dergelijke vriendschap moge
lijk geëvenaard zou kunnen zijn doch nimmer overtroffen.
Toen de bange oorlogsdagen zelve een einde genomen hadden door de
voorlezing per radio op 14 Mei van de proclamatie van generaal Win
kelman sloeg ons begrijpelijkerwijs in veel grooter mate de schrik om
het hart dan dit bij iedere andersdenkende het geval kan zijn geweest.
Immers wij hadden reeds jaren lang kennis gekregen van de schier on
gelooflijke handelingen van die barbaren en konden wij dit als het ware
van nabij volgen vooral ook door mijn lidmaatschap vanaf de oprichting
van het zogenaamde noodfonds. Via dit noodfonds hoorde men de ver
schillende gruwelen die aan de andere zijde der grens plaatsvonden en
trachtte dit, waar mogelijk nog hulp te verleenen. Zeer begrijpelijk was
het daarom, dat ook wij ten einde raad waren en er, evenals dit bij hon
derden anderen het geval was, door geweld een einde aan ons leven
wilden maken. Dat zoovelen dit gedaan hebben was alleszins begrijpe
lijk gezien het afschrikwekkende voorbeeld wat ieder uit de couranten
heeft kunnen volgen, ofschoon de werkelijkheid veel erger was. In die
eerste bange dagen hadden wij nog de zorg op ons van vier geëvacueer-
den uit Amersfoort, en wellicht is het ook deze zorg geweest die ons
het ergste nalieten te doen. Vanaf den volgenden morgen zeven uur
81