zuster van mevrouw Drukker.
Toen in Amsterdam in de zomer van 1942 de deportaties naar Wester-
bork begonnen, heeft Drukker in dienst van de Joodse Raad nog enige
tijd gewerkt als schoenreparateur.
Het werd hun echter alras duidelijk dat zij, wilden ze hun leven redden,
onderduiken moesten. Daartoe werden enkele Alkmaarse relaties inge
schakeld, te weten de heer Dodeman, die werkzaam was bij de Neder
landse Spoorwegen, afdeling transport, de heer S.L. van Riet, een goede
kennis, chef bij een suikerfabriek aan de overkant van het Luttik Ou-
dorp en de heer van Rivière, die contacten had met het Alkmaars ver
zet. Er werden valse persoonsbewijzen geregeld. Drukker ging voortaan
door het leven als Willem Johannes Beeking, geboren 22 oktober 1897
te Den Haag, met als beroep chef timmerman bij de gemeentelijke
brandweer. Zijn vrouw heette Johanna Maria Robbe, geboren 30 juli
1902 eveneens in Den Haag. In september 1942 was het eerste onder
duikadres geregeld in Utrecht. Het werd een grote teleurstelling, omdat
de Drukkers bij een a-sociaal gezin terecht kwamen, dat duidelijk uit
winstbejag onderduikers had opgenomen. Op 25 november ontvlucht
ten ze dit adres naar vrienden toe. Daarna werd een onderkomen ge
vonden in een beroepspension in Gelderland, de Wipselberg volgens
mevrouw Blonrmestijn. Hoewel ze daar vergeleken met het vorige
adres veel veiliger zaten moesten ze het toch na vier en halve maand
weer verlaten. Opnieuw naar Amsterdam, bij de ouders van de pension
houder. Daar hebben ze driehonderd dagen (vanaf 23 april 1943) op een
kamertje doorgebracht, totdat ze het niet meer uithielden. Zo kwamen
ze (februari 1944) op hun laatste onderduikadres, bij de familie Klei-
brink, West Friesche Dijk 60, Warmenhuizen.
Door verraad werden ze daar op de woensdag voor Hemelvaartsdag
1944 gegrepen en naar Westerbork gevoerd. Ook de boer, bij wie ze
ondergedoken waren, werd gearresteerd en naar Duitsland gevoerd. Hij
overleefde het niet. De heer van Riet, "opa", zoals de Drukkers hem
noemden, ontving nog een enkel bericht uit Westerbork. Er werd aan
gewerkt hen met een losgeld vrij te krijgen. Het bedrag was al gestort,
maar op "Dolle Dinsdag" werd Westerbork opgebroken en allen, die er
nog waren, op transport naar Duitsland gesteld. De familie Drukker
werd nog gesignaleerd in Theresienstadt, waar ze -volgens zeggen- in
betrekkelijk goede welstand verkeerden. Nadien werd niets meer van
hen vernomen. Uiteindelijk is gebleken dat de hele familie in october
1944 in Auschwitz is omgekomen.
79