vullen, want ook mijn schoonmoeder en schoonzuster woonden bij ons. 's Mid
dags ging ik dan naar de gaarkeuken en 's avonds bakte ik platters. Dat was een
heel gedoe. Ik maalde eerst met de hand tarwe in de koffiemolen en daar moest
dan water bij om er een beslag van te maken. Maar ondertussen moest ik ook het
fornuis nog brandende houden met hout. Wel kreeg ik vaak extra groente, want
mijn man werkte toen in de groentehal van Jan de Jong op de Laat. Dat was een
NSBer. Hij wist dat we onderduikers in huis hadden maar niet dat het joden
waren. Eenmaal kwam er huiszoeking bij een razzia. De onderduikers en haar
man zaten achter het schot op de slaapkamer. "Nu gaan ze eraan,dacht ik,
toen die NSBer de slaapkamer binnenging. Maar gelukkig keek hij naar buiten,
waar de Duitsers iets gevonden hadden bij mensen uit de straat. 'Ja, dat is
stom,zei ik, "je weet toch dat dat verboden is.Toen heb ik ze maar weer
snel de slaapkamer uitgeloodst. Een moeilijkheid was echter dat de heer Man-
heim, "ome Jan" ziek werd en in januari 1945 stierf. Hij hoestte al een tijdje,
dus ik had hem uit voorzorg een aparte handdoek en apart bestek gegeven.
Maar op een gegeven moment ben ik toch voor hem naar een dokter in het
Kennemerpark gegaan.5* Ik zat daar in die wachtkamer terwijl ik niks mankeer
de. Ik heb eerst iedereen maar voor laten gaan zodat ik de dokter alleen kon
spreken. Hij zei dat hij te vertrouwen was. Volgens hem waren alle dokters in
Alkmaar goed. Die dokter heeft ome Jan thuis onderzocht en hij moest onmid
dellijk op een bank in de kamer. Dat was nog niet zo gemakkelijk want elke
keer als er gebeld werd, moest hij de trap op naar boven. Die bank stond er dan
zogenaamd voor mijn oude schoonmoeder. Maar na een tijdje werd hij zo ziek
dat ik elke keer als we hem weer die trap opduwden dacht dat hij een hartverlam
ming zou krijgen. Vlak voordat hij stierf heb ik hem nog helemaal gewassen om
dat zijn vrouw dat niet kon. Hij gaf me daarna een zoen op mijn hand en zei:
"Ik hoop dat u heel oud wordt. Wat is u goed." Dezelfde dokter heeft later ge
regeld dat ome Jan begraven kon worden achter in de tuin van café De Herten
kamp, dus waar nu het AZ-stadion is. Mijn man kon van het ziekenhuis een
karretje lenen om het lichaam te vervoeren. Dat moest natuurlijk, vanwege de
buren, 's avonds in het donker gebeuren. Maar ze hadden het wel gezien. Ik heb
maar gezegd dat mijn schoonmoeder ter observatie naar het ziekenhuis moest.
Alleen moest ik dat arme mens daarna van de weeromstuit vijf dagen binnenhou
den. Een uur na spertijd was mijn man nog niet terug van de begraving. Ik ben
nog nooit zo bang geweest. "y'
Onbeschrijfelijke angst moet er vaak uitgestaan zijn door hen, die on
dergedoken waren. "Toch wende je ook aan die angst," getuigt één die
het allemaal meegemaakt heeft. Bob Trijbetz, die met zijn ouders on
dergedoken zat in Heerhugowaard, heeft veel van de risico's, die de on
derduikers liepen, aan den lijve ondervonden. Verraad, huiszoeking
(waarbij hij vanuit zijn schuilplaats de laarzen van de soldaten vlakbij