-
veld. De secretarissen generaal Frederiks en van Dam hadden gedaan
weten te krijgen dat een geselecteerd gezelschap joden, dat grote ver
diensten had voor de Nederlandse samenleving gevrijwaard zou blijven
van deportatie.
Het zogenaamde uitverkoren volkje van Frederiks en van Dam. Zij
werden geïnterneerd in Barneveld. Op 26 februari 1943 schrijft me
vrouw Prins:
"Je brief vond ik eenig, ik herlas hem en mijn brief is intusschen in je bezit.
Hartelijk dank voor de aard. bonnen, ik vergat hierover te schrijven. De reden
dat ik je nu schrijf is deze. Ze laten me hier geen rust over de "lijst Frederiks",
dat is voor Barneveld weet je. Aron zegt schrijf Mevr. v. K-D.M., dat is me te
gevaarlijk. Ik dacht zoo, "hooge heeren" moeten dit steunen. En in mijn lange
werkervaring op maatsch. en soc. gebied dacht ik aan Mr. Moens, Mijnheer Ha
remaker, je weet wel Dora's vader, Margadant, voorz. Witte Kruis, Adema
voorz. O.L.B. Schoorl, v.d.N. Spaarb-Armenraad, enfin alles bij elkander. Nu
weet niemand iets van dit schrijven dan wij beidjes, neem jij Mr. Moens eens in
den arm. 't Is Polen en dood, dat weet ik, en als deze moeite nu geen resultaat
heeft, heb ik mijn plicht gedaan, vind je ook nietf...) Titels heb ik niet maar,
helaas moet ik het zeggen m'n verdienste!! aan Alk. dat zeg ik jou, want 't is
geen verdienste.
Hoe men in die spannende tijd ook nog kon denken aan shag en loterij
briefjes bewijst het korte briefje van de heer Prins op 1 maart:
"Zooals ik verzocht heb zou je een pakje shag medenemen a f5,- bij
S.v.Z. Echter is dit geen eerste klas. Vraag aan juffr. Oud of ze een pakje clan
destien shag heeft, je kunt dan ook desnoods f5,- besteden. Heeft ze het niet
dan maar naar Siep v. Z. Neem tevens van Mej. Oud 2 briefjes Lotisico mede.
op haar eigen naam zetten of op jouw naam. Maar nu eens opeenvolgende num
mers. Verder geen nieuws. P."
In april 1943 komt ook voor de familie Prins het moment dat zij naar
Westerbork worden gevoerd. Op 26 april komt deze briefin Alkmaar:
"Geachte Juffrouw Schenk. Nadat we van anderen al gehoord hadden dat de
familie Prins weg was werd me dat bij navraag aan hun laatste adres bevestigd.
Maar men wist niets naders te vertellen. Weet u er iets van. Zijn ze in Wester
bork of zijn ze al verder? Of op eigen gelegenheid weg? Je hebt voor de beestach
tigheid geen woorden meer over. Het is zoo grenzeloos laf om oude menschen dat
aan te doen. De gezondheid van mevr. Prins zal niet veel meer kunnen hebben.
Wilt u me eens schrijven wat U weet? Hoe gaat het met U en met de dames van
den Berg? Wilt U hen hartelijk van mij groeten en geloof me bij voorbaat dan
kend Uw M van Sonsbeek-Banning.
Behalve een enkele briefkaart uit Westerbork is van de heer en me
vrouw Prins nimmer meer iets vernomen.
66