verzorgd en zoo frisch lachten de boontjes ons tegen. Ik dank je hartelijk voor je
lieve daad, want met de groente is het hier misère. De week omgevlogen met
al z'n kommer en verdriet, nergens kom ik aan toe en ieder komt me opzoeken.
Woensdag bij de Mossels, daar was Ans Kuiper, die met mij naar huis ging eten
en Frits bij Aron, die aan de koffietafel Dolf de Lange heeft gehad. De trouwe
vrienden blijven ons opzoeken. (Ans Kuiper was heel gezellig bij me, ze is zoo
pittig en ik bakte pannekoeken, nu dat was wat.
7 September, een brief van mevrouw Prins, waarin ze filosofeert over
het geloof.
"De tijd vliegt snel. 't Is nog slechts 20 uur geleden dat ge ons hebt verlaten
en de behoefte gepaard met de belofte noopt ons weer te schrijven. En we doen dit
gaarne, omdat ieder oogenblik er verandering in den toestand ontstaan kan en we
voor altijd afscheid hebben genomen. Nu weet ge, dat ik niet theatraal ben aan
gelegd, maar den toestand moet wel degelijk onder de oogen gezien worden. De
geestelijken preeken nog steeds "vertrouwen". Och, 't is dikwijls met hen als de
geloovige die 's middags of 's ochtends een stuk uit de bijbel leest of voor of na
het eten bidt. Ze weten tenslotte niet wat ze gezegd hebben. Alles gaat tenslotte
werktuigelijk. Aron zei gisteren nog, hij houdt niet van het ethische. Dikwijls
ben ik het met hem eens.
21 September, Joods Nieuwjaar, Mevrouw Prins vertelt wat zij en haar
man die dag gedaan hebben.
"Deez' dag zit er weer op, en na een goede vastendag in de kerk van 10-7
uur wandelden we samen naar huis en hielden een meditatie. Er is zooals steeds
op deez'dag vee! en innig gebeden. Dit duurt nu al eenige duizenden jaren, dat
ons volk deze dag met dezelfde overgave herdenkt; och wat zijn wij menschen
klein en wat is een jaar een zucht in de eeuwigheid en in het oneindige. Half
acht waren we thuis en hebben heerlijk gegeten en ontbeten. Vader slaapt al. 't Is
half elf en ik zit nog wat te schrijven, omdat ik niet wil dat mijn kleine Puck
ontevreden is, als ze voor niks naar de bus loopt. Ik ben nog erg onder de
invloed van den dag. Zooveel leed en verdriet van al die moeders om me heen,
die daar allen naar God gericht smeekten om uitkomst, 't was me soms te veel en
ik ben er innig verdrietig van. Wat moet Gods almacht groot zijn om dit alles te
kunnen besturen ten goede, deze ongerechtigheid door menschen bedreven.
Begin 1943 zijn de deportaties van de joden uit Amsterdam naar Wes-
terbork al in volle gang. Ook familie van het gezin Prins is daarbij getui
ge een brief van 16 februari waarin mevrouw Prins schrijft:
"Gister borstplaatjes gemaakt voor tante J. voor Westerbork, we stuurden
haar reeds mijn potje jam met l/i ons boter en een roggebroodje. Ze woont barak
55, als ze nu maar niet wordt doorgezonden.
Kennissen probeerden de familie Prins te bewegen één van de vermeen
de vluchtwegen te benutten. Dat was het kasteel Schaffelaar in Barne-
65