6 De jodenster
Op 29 april 1942 werd bekend gemaakt dat drie dagen later iedere jood
van zes jaar en ouder op zijn hart een Jodenster moest dragen. Er waren
570.000 sterren beschikbaar. Iedere jood moest er vier kopen.
"Den aandacht wordt erop gevestigd dat de Jodenster zichtbaar moet worden
gedragen zoodra men zich van zijn huis op straat begeeft, dus ook in portieken
van woningen.De Duitsche autoriteiten maken er ons op opmerkzaam, dat
voortaan alle Joden, die de Jodenster niet vastgenaaid op hun kleeding dragen, ter
verantwoording zullen worden geroepen.49
In Alkmaar zal de jodenster niet veel gezien zijn, aangezien op het tijd
stip van invoering er nog maar enkelen in deze stad woonden, die hem
moesten dragen. Dat waren de joden, die met een niet-jood getrouwd
waren en deswege vrijgesteld waren van "verhuizing" uit de stad. On
der hen was Bram Elte, in die dagen werkzaam bij de sociale dienst als
deurwaarder. Hij liep altijd met de actetas onder de arm tegen de borst
gedrukt, zodat men de ster niet zag. Een zó opmerkelijke houding, dat
velen die zich vandaag de dag nog herinneren. Van hogerhand verkreeg
de joodse echtgenote van de ontslagen directeur van de Rijks- H.B.S.
Massink vrijstelling van het dragen van de jodenster. De familie Druk
ker die toestemming had gekregen op 5 mei voor doktersbezoek naar
Alkmaar te gaan ervoer dat bezoek als een zegedag. Velen, ook onbe
kenden, begroetten hen als sterdragers extra vriendelijk. Toen Drukker
enkele dagen later met zijn dochter in Bergen het huwelijk bijwoonde
van hun oude hulp, vroeg de pastoor hen of ze hun sterren niet liever af
wilden doen. De reactie was echter: "We vonden die dingen zoo buitenge
woon prettig dat we er geen afstand van deden". Een zelfde wrange humor
troffen we aan in een brief, die mevrouw Prins-Vlessing naar Alkmaar
schreef op 3 mei:
"Vandaag hebben we de ster gedragen, niks gek hoor!"
Heel anders reageerde Dr. Hemelrijk, de ontslagen rector van het Mur-
mellius-gymnasium. Hij gaf na zijn ontslag in Alkmaar een aantal uren
les aan het Joods Lyceum in Amsterdam en weigerde de jodenster te
dragen. Hij schreef daar zelf over:
"Waarom draagt u geen ster?" vroegen mijn leerlingen mij in de 5e klas.
"Omdat ik hun autoriteit niet erken; omdat ik hun recht, mij te schenden, ver
werp; omdat ik geen lam voor de wolven wil zijn."Maar ons is gezegd, het als
een eer te beschouwen, niet als een schande, en er trots op te zijn."Wie er vre
de mee heeft, moet hem maar dragen, ik doe het niet.In Bergen kwam een
agent in mijn tuin, waar ik aan het houthakken was. "U draagt geen ster. De
chef stuurt mij hierheen om een onderzoek te doen. Als ik u zonder ster op de
openbare weg aantref, moet ik u naar de Euterpestraat brengen. Weet u, wat dit
61