geld best gebruiken. Natuurlijk waren ze bereid. Toen ze bij de trawler kwa men, zei hij: "Jullie zijn maar met zes of zeven. Ik wil er een paar meer heb ben. Terwijl ik de motor klaar maak, moeten jullie maar zien of er nog meer zijn, die mee willen.Op dat moment verschenen wij op het toneel. Voor de touwen werden losgemaakt zei de jonge visser nog: "De Duitsers hebben magne tische mijnen in de haven gegooid. Wie bang is kan er nu nog af. Ik ga met mijn pet rond en jullie geven wat het jullie waard is om mee te gaan.We hadden een betrekkelijk fortuinlijke reis. De heer Goudsmit vroeg de schipper, of hij wel eens in Engeland was geweest en of hij zeekaarten bij zich had. Het antwoord: "Wij zijn kustvisser. Wij zijn hier, Engeland is daar; als je maar naar het wes ten aanhoudt, kom je er vanzelf. Al varende haalden we voortdurend mensen in roeibootjes in. Die zouden Engeland natuurlijk zo nooit bereiken en werden dus aan boord genomen. On derweg kregen we te maken met een storm, maar toen die was geluwd, zo in de loop van de nacht, dook een bootje op met gedempte lichten en drie mannen erin. De man op de voorplecht begon ons op vriendelijke wijze toe te roepen of hij aan boord mocht komen. Hij vertelde ons, dat we al een paar keer in hun vizier wa ren geweest en dat ze tot de conclusie waren gekomen dat we wel een groep vluchtelingen moesten zijn. Hij vroeg of hij ons verder naar Eowestoft kon gid sen. Onze schipper had het dus 's morgens wel goed geweten. Door mijnenvel den en andere gevaren heen had hij ons naar Engeland gebracht. Hij wilde weer terug, maar de Engelsen lieten een goede schipper en een waardevolle boot niet naar vijandelijk-bezet gebied terugkeren. De bruiloft van de schipper, die "De JongeJochemzo uitstekend bestuurd had, werd vijf jaar uitgesteld.42 Prins'zuster en zwager, Herbert en Rosa Tobin, woonden in Bath en na enkele dagen kreeg hij toestemming naar hen toe te gaan. 4 De bezetting Abraham Drukker beschrijft hoe nadat bekend geworden was dat ons land gecapituleerd had, zij bezocht werden door goede vrienden, die hen troostten en trachtten gerust te stellen, dat wat in Duitsland plaats had gevonden, hier niet zou gebeuren. Zelfs één der felste Alkmaarse N.S.B.ers liet hem verzekeren dat behoorlijke Hollandse joden niets te vrezen hadden. "Hoe geheel anders is de werkelijkheid geworden," verzucht hij. Het begon al spoedig. Op 29 juni was de verjaardag van Prins Bernhard. Demonstratief tooiden vele Nederlanders zich op die dag met een witte anjer. De joden werden getroffen door de strafmaat regelen, die de bezetter naar aanleiding van dit voorval uitvaardigden. In een schrijven van de Höhere SS-und Polizeifiihrer van 1 juli werd be paald dat wegens een deelname aan deze demonstratie door leden van de luchtbescherming alle joden uit deze organisatie ontslagen dienden te 52

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1992 | | pagina 50